Lamers geeft hedendaagse architectuur in Hongarije een voetstuk
Donderdag 23 juli 2015 - Met regelmaat reist hij naar Hongarije om bouwprojecten te bekijken, erover te schrijven, met architecten te overleggen en om deel te nemen aan internationale conferenties. Dit voorjaar werd in Boedapest ook zijn boek Contemporary Architecture in Hungary, 21 Projects of the 21th Century gepresenteerd. Het is een boek geworden waaraan in Hongarije grote behoefte bestond en dat er ook zeer goed is ontvangen. Je kunt wel stellen dat de Nederlandse architect Emiel Lamers (Wijchen 1969- ) het allereerste boek over moderne Hongaarse architectuur heeft gemaakt. Met dit boek geeft hij een goed doordacht en verrassend overzicht van wat er vanaf 2000 in Hongarije qua hedendaagse architectuur is gebouwd.
Het ontwerpen van gebouwen zat er bij Emiel Lamers al vroeg in. Als kind volgde hij de bouw van het nieuwe familiehuis iets verderop in de straat op de voet en hij maakte thuis zijn eigen ontwerpen en maquettes. De studie Bouwkunde aan de TU Delft was dus een logische stap. Na een aantal jaren bij een architectenbureau in Parijs gewerkt te hebben, kwam hij terug naar Nederland om bij de Rijksgebouwendienst aan de slag te gaan, daarna gaf hij les aan de TU Delft en zette hij zijn eigen bureau in Rotterdam op. Omdat zijn partner in 2003 in Boedapest als diplomaat aan het werk kon, ging Lamers mee en daar raakte hij in contact met, veelal jonge, Hongaarse architecten en werd hij voor het Europese architectuurtijdschrift A10 magazine correspondent voor Hongarije. Ruim zeventig artikelen schreef hij voor dit tijdschrift over Hongaarse architectuur en zo kreeg hij niet alleen een overzicht van de nieuwe ontwikkelingen, maar ook van de geschiedenis ervan. Ook wist hij contacten tussen Nederlandse en Hongaarse architecten te smeden en een netwerk op te bouwen dat tot op heden met elkaar samenwerkt. Het plan om dit tweetalige boek (Hongaars/Engels) te maken ontstond in 2010, en een jaar later werd met al het basismateriaal voor het boek eerst nog een expositie opgezet in Boedapest. In de jaren daarvoor en erna organiseerde Lamers ook al exposities over Nederlandse architectuur en design. Ook vanuit Parijs en het Sloveense Ljubljana, waar hij na Boedapest woonde en werkte, bleef hij over Hongaarse architectuur schrijven. Lamers is sinds 2013 weer terug in Nederland, aan de Amsterdamse De Ruijterkade houdt hij kantoor.
Hedendaagse architectuur in Hongarije, dat lijkt niet zo vanzelfsprekend. De hoeveelheid aan negentiende en begin twintigste eeuwse bouwwerken in verschillende neo-stijlen is er dan ook overweldigend. Lamers: ’Je moet wel goed zoeken, maar dan kom je ook wat tegen, vooral in Boedapest’. Na de Val van de Muur in 1989 kwam er na jaren van door de staat aangestuurde architectuur eindelijk ruimte voor nieuwe ontwikkelingen. Een nieuwe generatie van jonge architecten kwam in contact met de Westerse architectuurwereld, ze volgden studies in het buitenland, er vond uitwisseling van kennis plaats en nieuwe samenwerkingsverbanden ontstonden. Als je de nieuwe architectuur vanaf het jaar 2000 bekijkt, met uitzondering van de organische, historiserende, zelfs bijna religieuze bouwstijlen van Makovecz en zijn volgers, zie je steeds vaker een bescheiden en strakke manier van bouwen met gebruik van bijzondere materialen. Soms vallen nieuwe gebouwen niet eens echt op omdat ze zo goed passen in het al bestaande pallet van een stad, maar ook losstaand in een meer natuurlijke omgeving lijkt het alsof ze er altijd al hadden moeten staan.
Bij de selectie voor het boek ging Lamers uit van vier categorieën en de gebouwen werden getoetst aan de ruimtelijke kwaliteit, de relatie en integratie met de omgeving en een origineel gebruik van materialen. ’Ik wil een positief hedendaags beeld laten zien. Er was al genoeg aandacht, en is er nog steeds, voor de zeer populaire zwart-wit foto’s die vaak een misplaatste weemoed naar het socialistische tijdperk oproepen. Met dit boek wil ik de kwaliteit van de Hongaarse hedendaagse architectuur laten zien en hoe deze nu uitstekend past binnen de hedendaagse Europese architectuur als geheel.' De hedendaagse architectuur is er dan ook niet heel anders dan die in andere landen. Een van de voorbeelden die Lamers aanhaalde tijdens de boekpresentatie in het Amsterdamse Arcam in juni van dit jaar komt wel dichtbij ’typisch’ Hongaars. Een woonhuis in Boedapest is, hoewel het er van buiten een beetje uitziet alsof het in Japan zou kunnen staan, gebaseerd op de traditionele huizen zoals je ze overal in Hongarije tegenkomt. Met een gesloten noordwand (waar vroeger altijd de koele spijskamer zich bevond) en op het zuiden de veranda met toegangshal en woonruimtes. Of het woonhuis in het Káli-medence, dat ook in het boek belicht wordt, dat, hoewel helemaal nieuw ontworpen, een voortzetting lijkt van de op het terrein deels nog bestaande oude witgekalkte lage varkenstallen.
Lamers geeft aan de hand van eenentwintig voorbeelden uit zowel Boedapest als uit de provincie - van openbare gebouwen en publieke ruimtes (zoals twee stations van Metrolijn 4) tot particuliere woonhuizen, en van appartementencomplexen tot bedrijfsgebouwen - een inspirerend overzicht van de hedendaagse Hongaarse architectuur. Ook voor de leek, zeker voor degene die toch al geïnteresseerd is in Hongarije, geeft dit boek met inleidende hoofdstukken over de architectuur van de twintigste en eenentwintigse eeuw en heel veel prachtige foto’s van Tamás Bujnovszky een verfrissende nieuwe kijk op het hedendaagse Hongarije.
Het boek is verkrijgbaar in de Hongaarse boekhandels maar ook via e-mail te bestellen bij Emiel Lamers in Nederland.
Het ontwerpen van gebouwen zat er bij Emiel Lamers al vroeg in. Als kind volgde hij de bouw van het nieuwe familiehuis iets verderop in de straat op de voet en hij maakte thuis zijn eigen ontwerpen en maquettes. De studie Bouwkunde aan de TU Delft was dus een logische stap. Na een aantal jaren bij een architectenbureau in Parijs gewerkt te hebben, kwam hij terug naar Nederland om bij de Rijksgebouwendienst aan de slag te gaan, daarna gaf hij les aan de TU Delft en zette hij zijn eigen bureau in Rotterdam op. Omdat zijn partner in 2003 in Boedapest als diplomaat aan het werk kon, ging Lamers mee en daar raakte hij in contact met, veelal jonge, Hongaarse architecten en werd hij voor het Europese architectuurtijdschrift A10 magazine correspondent voor Hongarije. Ruim zeventig artikelen schreef hij voor dit tijdschrift over Hongaarse architectuur en zo kreeg hij niet alleen een overzicht van de nieuwe ontwikkelingen, maar ook van de geschiedenis ervan. Ook wist hij contacten tussen Nederlandse en Hongaarse architecten te smeden en een netwerk op te bouwen dat tot op heden met elkaar samenwerkt. Het plan om dit tweetalige boek (Hongaars/Engels) te maken ontstond in 2010, en een jaar later werd met al het basismateriaal voor het boek eerst nog een expositie opgezet in Boedapest. In de jaren daarvoor en erna organiseerde Lamers ook al exposities over Nederlandse architectuur en design. Ook vanuit Parijs en het Sloveense Ljubljana, waar hij na Boedapest woonde en werkte, bleef hij over Hongaarse architectuur schrijven. Lamers is sinds 2013 weer terug in Nederland, aan de Amsterdamse De Ruijterkade houdt hij kantoor.
Hedendaagse architectuur in Hongarije, dat lijkt niet zo vanzelfsprekend. De hoeveelheid aan negentiende en begin twintigste eeuwse bouwwerken in verschillende neo-stijlen is er dan ook overweldigend. Lamers: ’Je moet wel goed zoeken, maar dan kom je ook wat tegen, vooral in Boedapest’. Na de Val van de Muur in 1989 kwam er na jaren van door de staat aangestuurde architectuur eindelijk ruimte voor nieuwe ontwikkelingen. Een nieuwe generatie van jonge architecten kwam in contact met de Westerse architectuurwereld, ze volgden studies in het buitenland, er vond uitwisseling van kennis plaats en nieuwe samenwerkingsverbanden ontstonden. Als je de nieuwe architectuur vanaf het jaar 2000 bekijkt, met uitzondering van de organische, historiserende, zelfs bijna religieuze bouwstijlen van Makovecz en zijn volgers, zie je steeds vaker een bescheiden en strakke manier van bouwen met gebruik van bijzondere materialen. Soms vallen nieuwe gebouwen niet eens echt op omdat ze zo goed passen in het al bestaande pallet van een stad, maar ook losstaand in een meer natuurlijke omgeving lijkt het alsof ze er altijd al hadden moeten staan.
Bij de selectie voor het boek ging Lamers uit van vier categorieën en de gebouwen werden getoetst aan de ruimtelijke kwaliteit, de relatie en integratie met de omgeving en een origineel gebruik van materialen. ’Ik wil een positief hedendaags beeld laten zien. Er was al genoeg aandacht, en is er nog steeds, voor de zeer populaire zwart-wit foto’s die vaak een misplaatste weemoed naar het socialistische tijdperk oproepen. Met dit boek wil ik de kwaliteit van de Hongaarse hedendaagse architectuur laten zien en hoe deze nu uitstekend past binnen de hedendaagse Europese architectuur als geheel.' De hedendaagse architectuur is er dan ook niet heel anders dan die in andere landen. Een van de voorbeelden die Lamers aanhaalde tijdens de boekpresentatie in het Amsterdamse Arcam in juni van dit jaar komt wel dichtbij ’typisch’ Hongaars. Een woonhuis in Boedapest is, hoewel het er van buiten een beetje uitziet alsof het in Japan zou kunnen staan, gebaseerd op de traditionele huizen zoals je ze overal in Hongarije tegenkomt. Met een gesloten noordwand (waar vroeger altijd de koele spijskamer zich bevond) en op het zuiden de veranda met toegangshal en woonruimtes. Of het woonhuis in het Káli-medence, dat ook in het boek belicht wordt, dat, hoewel helemaal nieuw ontworpen, een voortzetting lijkt van de op het terrein deels nog bestaande oude witgekalkte lage varkenstallen.
Lamers geeft aan de hand van eenentwintig voorbeelden uit zowel Boedapest als uit de provincie - van openbare gebouwen en publieke ruimtes (zoals twee stations van Metrolijn 4) tot particuliere woonhuizen, en van appartementencomplexen tot bedrijfsgebouwen - een inspirerend overzicht van de hedendaagse Hongaarse architectuur. Ook voor de leek, zeker voor degene die toch al geïnteresseerd is in Hongarije, geeft dit boek met inleidende hoofdstukken over de architectuur van de twintigste en eenentwintigse eeuw en heel veel prachtige foto’s van Tamás Bujnovszky een verfrissende nieuwe kijk op het hedendaagse Hongarije.
Het boek is verkrijgbaar in de Hongaarse boekhandels maar ook via e-mail te bestellen bij Emiel Lamers in Nederland.
Prijs € 19,95
Kortárs építészet Magyarországon - Contemporary Architecture in Hungary
Uitgeverij Terc Kft. Budapest
ISBN 978-615-5445-04-0
Contact: Emiel Lamers,
Website ELA : Emiel Lamers Architectures
>>>> Tom de Smet
Kortárs építészet Magyarországon - Contemporary Architecture in Hungary
Uitgeverij Terc Kft. Budapest
ISBN 978-615-5445-04-0
Contact: Emiel Lamers,
Website ELA : Emiel Lamers Architectures
>>>> Tom de Smet