Bio Cheese Blues
Dinsdag 30 juni 2006 - Dacht je onderwijzer te worden na de lerarenopleiding in Debrecen, Oost-Hongarije, moet je toch nog in militaire dienst. Je woont echter niet in Nederland maar in Hongarije, midden jaren tachtig, tijdens het communisme. Daar heeft een Hollander geen kaas van gegeten.
Voor Zsoltán Méhesi uit Mozsgó zat er als dienstweigeraar niets anders op dan te vluchten om niet in de gevangenis te belanden. Hij vluchtte naar het buitenland, geen pretje in die jaren, om via Frankrijk, Duitsland en Zweden weer in Duitsland terecht te komen. Tot hij naar Nederland ging. Veel van zijn vrienden vertrokken naar Nederland om in een bluesband te spelen. In Duitsland was dat niet mogelijk. Zsoltán leerde de taal en hij speelde in deze band op z'n mondharmonica door het hele land.
Op Kaasles
Na de val van de Berlijnse Muur in 1989 konden de meeste van zijn vrienden weer naar huis, ook Zsoltán vertrok niet lang daarna naar Hongarije. Met de weinige centen waarmee hij terug kwam kocht hij een ezel en een paar geiten om zijn droom, en die van zijn vader, om ooit een eigen biologische boerderij te runnen, te verwezenlijken.
De geiten gaven zoveel melk dat Zsoltán voor raad naar Amsterdam kwam en bij kaasboeren van de boerenmarkt in Amsterdam in de leer ging. Een aantal malen ging hij op en neer, daarna ook naar Duitsland voor les en adviezen. Met vakboeken en het juiste gereedschap kon hij aan de slag. In Hongarije volgde hij een opleiding aan de Tejipar Iskola, de zuivel-vakschool, over alles wat maar met zuivel te maken heeft. Daarna volgde hij stage bij Friesland Zuivel in hun Hongarije vestiging en hielp hij anderen in Hongarije bij het opzetten van biologische kaasmakerijen.
EU, zorgen voor morgen
Ook nu is het leven niet zonder zorgen. De 'EU-Blues' snijden Zoltán in de ziel. Net als alle tienduizenden andere kleine boeren in Europa moet hij aan de meest vreemde regels voldoen. Zelfs de brandweer weet hem het leven zuur te maken met nieuwe regels. Eén voordeel van die EU regels is wel dat een oude Hongaarse wet niet meer geldt. Je mag je eigen geproduceerde kaas snijden op de markt. Dat kon daarvoor niet. Kaas van een ander bedrijf mag weer niet, alleen de kaas van jezelf. Anders moet het voorgesneden en verpakt zijn. Volgens Zoltán moeten de Hongaren eens in Nederland bij een kaaskraam gaan kijken. Dan zien ze dat kaas een levend product is wat niet vacuüm verpakt hoeft te zijn. Een andere verruiming is dat kleine producenten tot vierhonderd liter melk per dag mogen verwerken en tot twintig kilo aan zuivelproducten kunnen maken.
Overheids ondersteuning
Behalve verkoop vanuit de boerderij staat Zoltán met een paar andere bio-boeren iedere zaterdag in Pécs op de markt en werkt hij samen met wijnmakers uit Villány. Als het mogelijk is om nieuwe producten te gaan verbouwen en toeristische en culturele activiteiten te ontwikkelen maar tegelijk het bedrijf klein en overzichtelijk te houden, dan is Zoltán tevreden. Daarvoor moet in Hongarije wel veel veranderen. Ondersteuning door de overheid zoals in Italië, met biologisch eten op scholen, in elke belangrijke stad per regio een biologische markt en veel media-aandacht en marketing moet wel worden ontwikkeld. Tot die tijd, terwijl de Hongaarse kazen op Hollandse wijze liggen te rijpen, zingt Zoltán zachtjes zijn blues. In hoop op betere tijden en om de zware arbeid te verlichten.
>>>> Auteur: | Tom de Smet |
>>>> Bron: | Stampot Europa |
>>>> Gepubliceerd in: | Hongarije in Zaken nr 5 juli 2006 |
{moscomment}