Niemand kan meer om de geuren heen
Vrijdag 15 december 2006 - In mei van dit jaar opende een winkel in Boedapest stilletjes haar deuren. De heerlijke geuren uit deze winkel brachten de aanloop snel op gang. Niemand kan er meer omheen, de eerste echte Nederlandse chocoladewinkel annex koffie- en theehuis draait op volle toeren. Bij de officiële opening, 26 oktober, was het dan ook een komen en gaan van pers, buurtbewoners, bedrijven, vaste klanten en leveranciers.
Interview met Tom de Klerk van KomKom Csokoládézó
Waarom opent een docent Nederlands uit Baarn een chocoladewinkel in Boedapest? Behoefte aan avontuur?
"Ik heb dit natuurlijk niet alleen bedacht. Samen met twee goede vrienden, Gyöngyvér Orsovsky en Pál Kovács uit Érd, niet ver van Boedapest, besloten we deze zaak op te zetten. Dat we voor een chocoladewinkel kozen kwam niet zomaar uit de lucht vallen. Gyöngyvér en ik kennen elkaar eenentwintig jaar, zij kwam vaak naar Nederland en ik ging vaak naar Hongarije. Ik heb er ook een tijd gewoond. Met haar en haar man Pál wilden we samen een exclusieve winkel opzetten met een Nederlands product.
Daarnaast wilden we dat in de zaak zowel de Nederlandse als de Hongaarse identiteit en onze vriendschap tot uitdrukking kwamen. We hebben aan een kaaswinkel gedacht en aan andere Nederlandse producten maar na veel brainstormen en marktonderzoek kozen we voor chocolade en bonbons naar nieuwe Nederlandse recepturen".
Heeft Hongarije zelf geen goed aanbod in chocolade?
"Hongarije staat bekend om de rijke cultuur op het gebied van koffie, taartjes, gebak en parfait. Maar er zijn weinig mooie chocoladeproducten te vinden. Het land heeft daarin geen grote traditie en door het communisme is van het weinige wat er al was zo goed als niets overgebleven. Gyöngyvér heeft in Nederland de bonbons van de moderne generatie bonbonmakers geproefd en we wilden deze kwaliteit in Hongarije introduceren om tegenwicht te bieden aan de daar verkrijgbare, vaak te zoete bonbons en chocolade. In Nederland en België volgden we cursussen om de technieken te leren. Met de jonge, ambitieuze Hongaarse banketbakker Imre Bilak experimenteerden we tot we een assortiment konden samenstellen met precies de door ons gewenste smaken en structuren. We namen daar ruim de tijd voor want we moesten met een goed kwaliteitsproduct op de markt komen. Nu verkopen we vijftig soorten bonbons, met smaken van peper tot pommodori en van gember tot speculaas. Alles zonder toevoeging van suiker, kleurstoffen of conserveringsmiddelen. Daarnaast schenken we verschillende soorten koffie, thee en natuurlijk warme chocolade. Je kunt bij ons ook een chocoladefondue bestellen, een hit onder de jongeren daar. Op de begane grond zit je gezellig in de winkel en boven op de eerste verdieping mag gerookt worden. Een aantal bedrijven uit de buurt houden hier al hun wekelijkse werkoverleg of vergadering. Zo sluiten we mooi aan op de cultuur in Boedapest met haar vele koffiehuizen".
Onder jullie naam 'KomKom' staat 'Holland Csokoládézó'. Waarom nadruk op Hollandse en niet op Belgische chocolade?
"We werken met couverture uit België vanwege de goede kwaliteit. Dat we juist nadruk op Holland leggen (in het Hongaars wordt het woord 'Holland' ook bijvoegelijk gebruikt om 'Nederlands' aan te duiden. Red.) komt omdat ik Nederlander ben. Nee, natuurlijk is dat niet de echte reden. De recepturen en bijna alle ingrediënten, met name de specerijen, komen uit Nederland. Hongaren associëren specerijen met Nederland en onze handelsgeschiedenis daarin. Cacaopoeder wordt in Hongarije ook als typisch Nederlands beschouwd. Namen als Droste, Van Houten en anderen zijn nog steeds bekend. Tot aan de Tweede Wereldoorlog waren deze merken daar verkrijgbaar. Nederland staat voor Hongaren gelijk aan de traditie van handel in en gebruik van specerijen, cacao, chocolade en het drinken van warme chocolade. We hebben de inrichting van de zaak ook een Nederlandse draai gegeven. Zo maakten we gebruik van donker hout voor een warme uitstraling, hangen Nederlandse schilderijen aan de muren en komt een deel van de meubelen uit Nederland. Verder hebben we bij het schilderen van de deuren en kozijnen een kleur blauw gekozen die je in Nederlandse antieke keukens vaak ziet".
Wie komen naar KomKom, er zijn toch al veel koffiehuizen in Boedapest?"
"Ja, dat zou je je kunnen afvragen. Maar KomKom is net even anders en dat slaat aan. De grote beroemde koffiehuizen zijn duur geworden en de kleinere bieden niet wat wij bieden. Voeg daarbij dat we behalve koffiehuis ook winkel zijn en daardoor een gestaag groeiende en gevarieerde klantenkring zien ontstaan. Niet alleen dames met mutsjes komen hier hoor, juist veel jongeren en studenten, zakenmannen in pak en zelfs hele Hongaarse, Nederlandse en Amerikaanse gezinnen uit alle delen van de stad. Hier wonende Nederlanders vieren het verjaarspartijtje van hun kinderen al bij ons. Onze klantenkring gaat voor kwaliteit en voor de lekkere smaken. Liever twee goede bonbons dan een zoete reep uit de supermarkt. Door de combinatie van de sfeer uit Boedapest van rond negentienhonderd met die uit Nederland is KomKom nu een gewilde ontmoetingsplaats. Wat ook zo mooi is aan het pand, zijn de kelders. Die zijn goed in te richten voor feesten en concerten. Daar willen we ook een grote keuken bouwen waar we chocolade-, banket- en kookcursussen gaan organiseren. Onze zaak kan zo een culinair centrum in Boedapest worden".
Daar zal geld voor nodig zijn? Hoe zien jullie de mogelijkheden?
"De locatie op loopafstand van de grote boulevards is goed. En het zevende district waar de winkel ligt, is met de renovatie van woningen, de vestiging van speciaalzaken, horecagelegenheden en modewinkels flink in opmars. Maar we moeten ook buiten de winkel een hoge omzet gaan draaien. Bijvoorbeeld door levering aan bedrijven, hotels en verkoop in andere winkels. Zo kunnen we deels onze toekomstplannen financieren. Onze winkel functioneert nu al als brug tussen Hongaarse en Nederlandse handelaren. Leveranciers en producenten refereren aan ons omdat wij het enige en eerste bedrijf in Hongarije zijn met dit exclusieve product. Ook sponsorden wij met onze producten de opening van de Rembrandttentoon-stelling en de heropening van het Handelsmuseum en het feest van de Nederlandse Kamer van Koophandel in Hongarije. Er is veel vraag naar onze kennis en ideeën. Deze spilfunctie willen we behouden. Om deze positie te versterken is geld nodig. Nu huren wij het pand, maar we willen het kopen en we willen met de verbouwing van de kelders beginnen. Maar een lening regelen in Hongarije gaat niet zo snel. Banken en verzekeringsmaatschappijen vinden het prachtig wat we doen. Zij die bij ons in de buurt gevestigd zijn, benaderen ons al uit zichzelf. Maar met geld komen ze niet over de brug. Wel bieden ze andere financiële producten met ingewikkelde en ondoorzichtige constructies aan. Vergelijkbaar met hoe het er in de jaren negentig in Nederland aan toe ging. We willen echter helemaal geen levensverzekering, we willen verder met de zaak! Dat vraagt veel van ons uithoudingsvermogen. Maar zolang de werkplaats nog in Érd is en kantoor aan huis, vallen die kosten te behappen. Ook met het goed op elkaar in gespeelde team aan personeel komen we uit. Gýongyvér en Pál werken hard in Érd en Boedapest en ik reis heen en weer tussen Hongarije en Nederland. Geen tijd voor uitblazen dus naast mijn baan in Nederland. Maar met deze keuze ben ik wel gelukkig!"
KomKom, Holland Csokoládézó
Wesselényi U. 19.
H-1077 Budapest
>>>> Auteur: | Tom de Smet |
>>>> Bron: | Stampot Europa |
>>>> Gepubliceerd in: | Hongarije in Zaken nr 6 winter 2006 |
{moscomment}