Odeon Filmclub no. 8: István Szabó bijt spits af
De film Confidence (1980) - een paranoïde en intiem kamerverhaal tijdens de laatste dagen van de Tweede Wereldoorlog in Hongarije, waarin geworsteld wordt met vragen als vertrouwen en de mogelijkheid van ware liefde tijdens onmenselijke situaties - was een perfecte keuze om de filmreeks mee te starten. De zaal zat opvallend vol en zo stil als de ruimte was tijdens de vertoning, zo gretig werd de kijker tijdens het vragenuur.
Szabó, die na de vertoning eerst zijn frustraties kwijt moest over de schande van de slechte beeldkwaliteit en beweerde dat we de film nog steeds niet hadden gezien - bedaarde toch snel en voerde alsnog een zeer openhartig gesprek met het publiek. De minimale beeldkwaliteit zat hem behoorlijk dwars omdat hij de film zelf al bijna twintig jaar niet had gezien en hij dus benieuwd was naar zijn manier van filmen begin jaren tachtig. "Ik had net zo goed naar een radiospel kunnen luisteren."
Szabó bloeide als filmregisseur, samen met andere grote namen zoals de Hongaarse Janscó, de Italiaan Antonioni, de Zweedse Bergman en de Franse Godard, in de jaren zestig waarmee vooral zijn historische films te plaatsen zijn binnen de zogeheten New Wave. Confidence werd zijn eerst genomineerde film, maar met een Academy Award voor zijn film Mephisto (1981) zette hij de Hongaarse film op de wereldkaart. Overigens is hij de enige Hongaarse regisseur ooit die een Oscar won. "Ik heb me nog nooit laten vertellen wat te moeten maken, ik volg altijd mijn onderbuikgevoel en vertel mijn eigen verhaal."
Confidence werd door Szabó geschreven en geregisseerd. "Ik had alles van te voren uitgedacht, we hadden natuurlijk maar een zeer beperkt budget en als regisseur was ik hier verantwoordelijk voor. Het was in begin jaren tachtig gelukkig niet moeilijk om geruïneerde gebouwen en lege straten te vinden in Boedapest, dus productioneel was het relatief goedkoop. Het is in deze dagen veel lastiger om een paar straten leeg te krijgen." Tijdens de opnames is wel grotendeels gebruik gemaakt van een studio om de op de Vlaamse schilder Vermeer geïnspireerde beeldtaal uit te kunnen voeren. "De meeste producties maken gebruik van studio's om de set van bovenaf te kunnen belichten, maar wij waren geraakt door de lichtval in Vermeer's schilderkunst en hebben het licht enkel door ramen en deuren laten schijnen."
De film wekt niet alleen nu de interesse, ook in die jaren werd Confidence in Hongarije al zeer gewaardeerd. "Sterker nog, je zult misschien denken dat er tijdens het communisme strenge censuur was rondom dit soort van omstreden onderwerpen, maar niets is minder waar. Tijdens het Kádár regime vanaf begin jaren zestig, ook wel bekend onder de naam Goelash regime, werd censuur aanzienlijk minder en werd het juist als positief ervaren om aan het Westen te laten zien hoe liberaal Hongarije was", aldus Szabó.
Op de vraag waar het heengaat met de Hongaarse film antwoordde Szabó dat dit een zeer complex probleem is. "De plaats van de film in onze maatschappij is aan het verschuiven, de film neemt niet meer zo'n centrale plaats in om een boodschap uit te dragen. Televisie maar vooral het internet nam deze taak over. Het is dus zaak voor de Hongaarse filmmaker om op zoek te gaan naar zijn publiek. Zonder publiek hebben wij geen recht om films te maken. Ik denk dat er twee alternatieven zijn. Een zeer grote productie, die alleen in Amerika, Rusland of Japan kan worden geproduceerd, is een optie. Films die het afdwingen om op een gigantisch scherm vertoond te worden zullen het wel halen. Of er moeten low-budget, liever non-budget' films geproduceerd worden met een simpele cinematografie maar met een sterke boodschap. In Roemeniё vinden ze met deze formule al een weg naar het nieuwe publiek. Alles tussen deze twee opties in gaat het niet meer halen." Szabó voegt hier nog een pakkende vergelijking aan toe: "Net zoals van een gitarist die driehonderd jaar geleden in een kroeg zijn boodschap wilde vertellen, werd verwacht om én gitaar te kunnen spelen, én goed te kunnen zingen én nog een leuke boodschap te hebben. Het is nu onze taak om op zoek te gaan naar ons nieuwe publiek en de kroegen weer vol te krijgen."
Szabó heeft de smaak van het regisseren nog steeds te pakken, hij heeft net de draaidagen van zijn nieuwste productie achter de rug. De film The Doors, die om financiële redenen in het Engels geproduceerd is, zal voor kerst 2011 nog uitkomen. "Ook in een verfilming van een boek vertel ik mijn eigen verhaal. Mijn ervaring kan ik echter niet onderwijzen, ik kan de kijker slechts een beeld geven waarmee hij zijn eigen ervaring kan creëren." Met deze wijze woorden van Szabó en een inspirerende avond is de kop van de Odeon Filmclub no. 8 eraf, we kijken uit naar de volgende filmvertoning.
>>>> Door: | Jitske Wadman |
De eerstvolgende Odeon Filmclub valt op 30 maart met de vertoning van de moderne science fiction WOMB (2010). Regisseur Benedek Fliegauf is die avond aanwezig voor een gesprek met het publiek. Voor meer informatie, surf naar : Odeon Filmclub no. 8 Of kijk in Funzine Magazine.