Hongaarse kunst en cultuur gedwongen rechtsaf
Donderdag 29 november 2012 - Met het aftreden van Gábor Gulyás als directeur van de Műcsarnok/Kunsthal in Boedapest begin deze week, is een duidelijk afkeurend signaal gegeven aan de Hongaarse regering dat het plan heeft om de financiering van verschillende musea en subsidies voor projecten bij de Magyar Művészeti Akadémia (MMA) onder te gaan brengen.
Gulyás was sinds 2011 directeur van de Műcsarnok en hij is er in geslaagd, zo schreef hij in het persbericht, om ondanks de financiële chaos die hij er aantrof, de zaken weer op orde te krijgen en er druk bezochte tentoonstellingen te organiseren waardoor de Műcsarnok weer op de kaart kwam te staan in de internationale kunstwereld. Als de Műcsarnok onder de MMA (de door particulieren bestuurde Hongaarse Academie voor de Kunsten) gaat vallen vindt Gulyás het een morele plicht om te vertrekken, omdat hij dan niet meer onafhankelijk verder kan werken. Dat moet voor de regeringspartij Fidesz toch een duidelijk signaal zijn om op te gaan letten. Gulyás werd door de Fidesz benoemd als directeur en hoewel deze polititiek keuze zeker niet transparant tot stand kwam, kon ook links zich er in vinden. Als directeur van het Modem Museum in Debrecen tot 2011 had hij, van oorsprong filosoof met weinig ervaring in de kunstsector, aan iedereen bewezen dat hij talent had en een goede kandidaat was voor de Műcsarnok.
Verschillende musea en cultuurfondsen, waaronder het Filmfonds, zullen vanaf begin volgend jaar voor financiering niet meer bij het Ministerie van EMMI (Emberi Erőforrások Minisztériuma/Ministerie van Menselijke Krachtbronnen) aan kunnen kloppen, maar moeten dat bij de MMA gaan doen. Deze particuliere Academie werd in 1992 opricht door een twintigtal kunstenaars onder leiding van de, niet al te progressieve, in 2011 overleden architect Imre Makovecz. De huidige directeur van de MMA, binnenhuisarchitect György Fekete, wordt in kunstkringen als een conservatieve leider beschouwd, ze noemen hem zelfs ultra-conservatief. Geheel in de traditie van het MMA, niet te hedendaags en niet te vernieuwend, is hij zeer gecharmeerd van kunst met een duidelijke verwijzing naar de Hongaarse geschiedenis, en ja, naar het Christendom. Dat mag natuurlijk, maar als voorzitter van de MMA krijgt hij een grote vinger in de pap bij het beoordelen van wie wel of geen subsidie krijgt. Fekete vindt ook al snel dat iets niet Hongaars genoeg is, zoals bijvoorbeeld de tentoonstelling Mi a magyar? Kortárs válaszok – Wat is Hongaars? Hedendaagse antwoorden die door Gulyás werd opgezet in de Műcsarnok.
De 'onafhankelijke' kunstsector, voor zover die nog overeind staat, gaat het moeilijk krijgen. 'Als de MMA het voor het zeggen krijgt, dan is het waarschijnlijk over en uit met de onafhankelijkheid van de kunsten in Hongarije', aldus de jonge Hongaarse schilder Robert, die voor een half jaar in Amsterdam werkt in het kader van een uitwisselingsprogramma. Veel mensen in de Hongaarse kunst- en cultuursector houden nu hun hart vast, want niet alleen de beeldende kunst zal schade ondervinden, maar alle vormen van kunst die ermee verbonden zijn en ook het kunstonderwijs zal niet ontkomen aan de invloed van de MMA.
>>>> | Tom de Smet |
>>>> | Met dank aan Beata Nink |
>>>> Lees ook: Het blijft rommelen in de museumwereld van Boedapest