Matolcsy: in 2010 een ander land en andere economie
Dinsdag 24 november 2009 - "Tegen het midden van 2010 moeten we een ander land, een andere economische politiek en een andere Nationale Bank hebben", aldus György Matolcsy in een interview met FN.hu. Deze minister van Economische Zaken uit de voormalige regering Orbán zegt 1 tot 1,5% van het BNP te kunnen besparen door verdere bezuinigingen in de bureaucratie en dat zal zo'n 700-800 miljard Huf ( € 2,6-3 miljard) opleveren. Een deel van dit geld is te gebruiken in de gezondheidszorg, voor kinderbijslag en diverse belastingverlagingen. Matolcsy pleit voor een kleinere, verstandigere en beter functionerende staatsinrichting met een grotere rol voor een sterke staat, die daarmee een groei in resultaten van zo'n 30-35% zal laten zien.
In het huidige Hongarije zakt de staat ineen onder de zware lasten die het zichzelf heeft toebedeeld. Volgens Matolcsy moet een groot aantal overbodige taken daarom afgestoten worden. In zijn visie zouden er tot 30 % minder ambtenaren nodig zijn. "De rol van informatica zal een grote rol moeten gaan spelen in de uitvoering van het Openbaar Bestuur en er zal gekeken moeten worden of er zoveel mensen nodig zijn om dit bestuur uit te voeren, waarschijnlijk niet. Het is verstandig over te schakelen naar deeltijdwerk en thuiswerk".
De lonen voor openbare functies moeten omhoog. Dat een beginnend arts minder dan 200.000 Huf netto (€ 750,-) verdiend is niet langer houdbaar voor dit land. Op de vraag wanneer er zulke lonen komen, antwoordde Matolcsy: "ik ben niet in de positie om dit te kunnen zeggen, maar hoe langer we wachten hoe groter de uitstroom van jonge getalenteerde artsen zal zijn. Dat is volgens mij een misdaad". Hij voegde eraan toe, dat ook het Openbaar Bestuur met veel minder mensen, maar wel met veel hogere lonen uitgevoerd moet worden. De financiële sector zou op z'n minst voor de helft Hongaars eigendom moeten zijn, aanzienlijk meer dan de huidige 10-15%. In de Hongaarse financiële sector is niet of nauwelijks sprake van concurrentie, ondanks het grote aantal spelers in de markt", aldus György Matolcsy in dit interview.
| >>>> Bron: | MTI |
György Matolcsy (1955-)
Matolcsy studeerde in 1977 af aan de Marx Károly Universiteit. Na het behalen van het doctoraat in 1981 werkte hij voor het Planbureau voor de Industrie, daarna voor het Ministerie van Financiën. Tussen 1985 en 1990 was hij wetenschappelijk medewerker van het Staats Financieel Onderzoeksbureau. Hij werd benoemd tot staatssecretaris voor politieke zaken in de kanselarij van de regering Antall en hij vervulde deze functie in de eerste democratisch gekozen regering van Hongarije van mei tot december 1990. In september 1991 werd hij onderdirecteur van de Europese Bank voor Heropbouw en Ontwikkeling (EBRD), daarna werd hij directeur van deze bank. Tussen 1995 en 2000 leidde hij een onderzoeksbureau voor eigendom en privatisatie. De rol die hij speelde als economisch adviseur voor Fidesz' leider Viktor Orbán, bracht hem in 2000 tot minister van Economische Zaken, als opvolger van Attila Chikán. Hij deed dat tot aan de verkiezingen van 2002. Aan zijn naam is ook het Széchenyi-plan verbonden. Dit plan werd in 2002 gebruikt om met grote subsidies de Hongaarse economie te stimuleren. De uitvoering van dat plan en de besteding van overheidsgelden ligt op dit moment zwaar onder vuur door de Hongaarse Rekenkamer, die de investeringen - voornamelijk in hotels en thermaalbaden - ondoordacht vindt. Matolcsy maakt deel uit van de Fidesz-fractie in de huidige volksvertegenwoordiging en is kandidaat om na de verkiezingen in voorjaar 2010 minister van Economische Zaken te worden.