De wildplukbelasting
Woensdag 28 oktober 2015 - Uit een bericht deze week op Index.hu blijkt dat de Hongaarse regering het plan heeft om samen met de belastingherziening in 2016 ook de nu geldende belastingvrijstelling op de verkoop van in het wild verzamelde producten af te schaffen. Over de verkoop van wilde kruiden, vruchten, paddenstoelen en eetbare slakken wordt waarschijnlijk een inkomstenbelasting van 25% geheven. De inkoopwaarde is uiteraard niet te bepalen. ’De regering steelt van de armen’, is nu een veelvuldig voorkomende reactie in de Hongaarse sociale media.
Er zijn zeker arme Hongaren die een klein beetje bijverdienen met de opbrengst van in het wild verzamelde producten. In veel dorpen worden die onderling met bewoners verhandeld, maar ook op dagmarkten verkocht. In de maanden april en mei zie je in de steden ook vrouwen op straat die bosjes daslook verkopen. En die daslook komt niet uit eigen tuin. De verkoop van slakken zie je eigenlijk nooit, Hongaren eten die amper. Ze zijn vooral bedoeld voor de buitenlandse (lees Franse) markt. Maar overal in het land kun je op markten wel wilde paddenstoelen kopen die door de verkoper zelf zijn geplukt. Zo kocht ik aantal jaren geleden van een bejaarde man waarmee ik in een boemeltreintje tussen Szigetvár en Pécs aan de praat raakte een flinke tas vers geplukte boleten. Hij was bij het krieken van de dag het bos ingetrokken om daarna de oogst zo snel als mogelijk op de markt van Pécs te verkopen. Om een bonnetje heb ik hem niet gevraagd. Volgens het nieuwe wetsvoorstel zou hij een factuurtje moeten schrijven, in tweevoud.
Het is geen geheim dat in Hongarije, en ook in andere Midden-en Oost-Europese landen, arme mensen, soms hele gezinnen, in het bos paddenstoelen plukken om die bij tussenhandelaren af te leveren. Je zou kunnen stellen dat juist die tussenhandelaren extra belast zouden moeten worden. Of het wetsvoorstel ook gaat voorzien in betere afspraken over seizoenscontracten voor deze wildplukkers is niet bekend. Dat zal onder het ministerie van Werkgelegenheid vallen waarschijnlijk. Duizenden Hongaren met een uitkering worden nu namelijk ingezet in de nationale werkverschaffing. Ze moeten straten vegen en onkruid wieden, dan blijft er weinig tijd over om de bossen in te trekken met een mandje. En de oudere plukkers die van een karig pensioentje moeten leven en daarom op de markt staan met hun zelf verzamelde oogst, ach, die kunnen best nog wat betalen aan de staatskas.
In Hongarije leeft volgens de statistieken van het KSH ruim 35% van de bevolking onder de armoedegrens, zijn veel scholen en ziekenhuizen in erbarmelijke staat en leven duizenden daklozen op straat. Intussen krijgt casinobaas en filmmagnaat Andrew Vajna de ene na de andere belastingvrijstelling, worden er stadions gebouwd alsof het niet op kan en staat het bouwplan voor het megalomane en geldverslindende museumkwartier in Boedapest lekker in de grondverf. Dat je belasting moet betalen over je inkomsten is logisch, en misschien moeten Hongaren ook echt maar eens gaan wennen aan wat minder zwart verdiende contante forintjes in de hand, maar waarom wil de regering nu juist dat hele kleine beetje geld bij de allerarmste burgers wegplukken?
>>>> Tom de Smet
Er zijn zeker arme Hongaren die een klein beetje bijverdienen met de opbrengst van in het wild verzamelde producten. In veel dorpen worden die onderling met bewoners verhandeld, maar ook op dagmarkten verkocht. In de maanden april en mei zie je in de steden ook vrouwen op straat die bosjes daslook verkopen. En die daslook komt niet uit eigen tuin. De verkoop van slakken zie je eigenlijk nooit, Hongaren eten die amper. Ze zijn vooral bedoeld voor de buitenlandse (lees Franse) markt. Maar overal in het land kun je op markten wel wilde paddenstoelen kopen die door de verkoper zelf zijn geplukt. Zo kocht ik aantal jaren geleden van een bejaarde man waarmee ik in een boemeltreintje tussen Szigetvár en Pécs aan de praat raakte een flinke tas vers geplukte boleten. Hij was bij het krieken van de dag het bos ingetrokken om daarna de oogst zo snel als mogelijk op de markt van Pécs te verkopen. Om een bonnetje heb ik hem niet gevraagd. Volgens het nieuwe wetsvoorstel zou hij een factuurtje moeten schrijven, in tweevoud.
Het is geen geheim dat in Hongarije, en ook in andere Midden-en Oost-Europese landen, arme mensen, soms hele gezinnen, in het bos paddenstoelen plukken om die bij tussenhandelaren af te leveren. Je zou kunnen stellen dat juist die tussenhandelaren extra belast zouden moeten worden. Of het wetsvoorstel ook gaat voorzien in betere afspraken over seizoenscontracten voor deze wildplukkers is niet bekend. Dat zal onder het ministerie van Werkgelegenheid vallen waarschijnlijk. Duizenden Hongaren met een uitkering worden nu namelijk ingezet in de nationale werkverschaffing. Ze moeten straten vegen en onkruid wieden, dan blijft er weinig tijd over om de bossen in te trekken met een mandje. En de oudere plukkers die van een karig pensioentje moeten leven en daarom op de markt staan met hun zelf verzamelde oogst, ach, die kunnen best nog wat betalen aan de staatskas.
In Hongarije leeft volgens de statistieken van het KSH ruim 35% van de bevolking onder de armoedegrens, zijn veel scholen en ziekenhuizen in erbarmelijke staat en leven duizenden daklozen op straat. Intussen krijgt casinobaas en filmmagnaat Andrew Vajna de ene na de andere belastingvrijstelling, worden er stadions gebouwd alsof het niet op kan en staat het bouwplan voor het megalomane en geldverslindende museumkwartier in Boedapest lekker in de grondverf. Dat je belasting moet betalen over je inkomsten is logisch, en misschien moeten Hongaren ook echt maar eens gaan wennen aan wat minder zwart verdiende contante forintjes in de hand, maar waarom wil de regering nu juist dat hele kleine beetje geld bij de allerarmste burgers wegplukken?
>>>> Tom de Smet