Structuur arbeidsmarkt in Midden- en Oost Europa baart zorgen
Donderdag 25 oktober 2007 - Volgens een studie van de Lisbon Council zullen de economieën van veel landen in Midden- en Oost-Europa nooit het westerse niveau behalen. Na de het afwerpen van het communistische juk zijn deze economieën aan belangrijke wijzigingen onderhevig.
Niet alleen de omschakeling van de centraal geleide economie naar een markteconomie, maar tevens veranderingen zoals een lage geboortegroei, kennisvlucht en langdurige werkloosheid spelen parten bij de economische ontwikkelingen.
De Lisbon Council is een onafhanlijke organisatie die zich richt op het geven van adviezen aan (toekomstige) Europese landen aangaande economisch en sociale vraagstukken, waarbij (de ontwikkeling van) het competatieve vermogen van de landen centraal staan.
De recente studie van de Council heeft als conclusie dat slechts een beperkte groep van landen een kans heeft om zich binnen 20 jaar aan te sluiten bij het Westen. Met name wordt dan gedacht aan landen zoals Tsjechië, Slovenië, Estland, Litouwen en Hongarije.
Het rapport concludeert voorts dat Turkije, door gunstige demografische ontwikkelingen, een betere kans heeft om zich bij het Westen aan te sluiten als Polen, Bulgarije en Kroatië.
Werknemers ouder dan 45 jaar hebben vaak geen kans meer op de arbeidsmarkt. Hun kennis- en talen ontwikkeling blijft vaak ver achter bij die van jongeren, die ook vaak westerse opleidingen hebben gevolgd en daardoor meer in trek zijn bij werkgevers. Gesproken wordt zelfs over een ‘lost generation’.
De makers van de studie uiten hun zorg over de structuur van de economieën in Midden- en Oost-Europa. De landen moeten transformeren in kenniseconomieën door meer overheidsfondsen te spenderen aan R&D.
Niet alleen de omschakeling van de centraal geleide economie naar een markteconomie, maar tevens veranderingen zoals een lage geboortegroei, kennisvlucht en langdurige werkloosheid spelen parten bij de economische ontwikkelingen.
De Lisbon Council is een onafhanlijke organisatie die zich richt op het geven van adviezen aan (toekomstige) Europese landen aangaande economisch en sociale vraagstukken, waarbij (de ontwikkeling van) het competatieve vermogen van de landen centraal staan.
De recente studie van de Council heeft als conclusie dat slechts een beperkte groep van landen een kans heeft om zich binnen 20 jaar aan te sluiten bij het Westen. Met name wordt dan gedacht aan landen zoals Tsjechië, Slovenië, Estland, Litouwen en Hongarije.
Het rapport concludeert voorts dat Turkije, door gunstige demografische ontwikkelingen, een betere kans heeft om zich bij het Westen aan te sluiten als Polen, Bulgarije en Kroatië.
Werknemers ouder dan 45 jaar hebben vaak geen kans meer op de arbeidsmarkt. Hun kennis- en talen ontwikkeling blijft vaak ver achter bij die van jongeren, die ook vaak westerse opleidingen hebben gevolgd en daardoor meer in trek zijn bij werkgevers. Gesproken wordt zelfs over een ‘lost generation’.
De makers van de studie uiten hun zorg over de structuur van de economieën in Midden- en Oost-Europa. De landen moeten transformeren in kenniseconomieën door meer overheidsfondsen te spenderen aan R&D.
>>>> Bron | Lisbon Council |