Holocaustslachtoffers klagen vijf Hongaarse banken aan

Zondag 28 maart 2010 - Een groep van overlevenden van de holocaust en hun erfgenamen hebben in Chicago een rechtzaak aangespannen tegen verschillende banken waaronder vijf Hongaarse banken, met de eis om schadevergoeding van 2 miljoen dollar. Volgens deze aanklagers hebben de Nationale Bank van Hongarije, de Erste Group Bank, MKB, Bayerische Landesbank en OTP Bank of hun voorgangers, deelgenomen aan de holocaust, waren zij medeplichtig en namen zij het initiatief tot het toeeigenen van bezittingen van de joodse slachtoffers. De betrokken banken in Hongarije zeiden zaterdag aan het MTI dat zij nog geen verklaring van deze vordering hebben ontvangen en dat zij dus niet in staat zijn om te reageren.

De aanklagers, die zichzelf  'Holocaustslachtoffers van diefstal door banken' noemen, eisen in hun document aan het North-Illinois District Court ook nog een strafrechtelijke schadevergoeding bovenop de 2 miljoen dollar plus rente. Volgens hen hebben de banken fondsen met daarin de toegeëigende rekeningen van Joodse slachtoffers en liggen sieraden, kunstvoorwerpen en effecten opgeslagen in de kluizen.

In februari van dit jaar werd een soortgelijke aanklacht ingediend tegen de Hongaarse staatsspoorwegen MÁV, waarin vergoeding werd geëist voor de betrokkenheid van het bedrijf bij het deporteren van joden tijdens de Tweede Wereldoorlog. De eisers in deze zaak, het meest nabestaanden van de overlevenden van de Holocaust en wonend in Israël en de VS, eisen een schadevergoeding met een totale waarde van 240 miljoen dollar. Op basis van negen jaar onderzoek, beweren zij dat MÁV met de inzit van haar treinen volledig op de hoogte was dat deze gebruikt werden voor het vervoer van 437.000 Joden naar de gaskamers in Auschwitz tussen maart en oktober 1944.

Het hoofd van de Hongaarse Joodse Federatie, Mazsihisz Péter Feldmajer zei eerder dat er "geen juridische zaak kan worden ingesteld tegen MÁV op morele gronden," daarbij opmerkend dat het niet een bedrijf maar de Hongaarse staat is die verantwoordelijk is voor de medewerking aan de moorden en diefstal van Joodse bezittingen tijdens de Tweede Wereldoorlog.