Parlagfű, bron voor hooikoorts met winterpauze
Voedsel voor goden
De Nederlandse naam voor de uit Noord-Amerika afkomstige éénjarige plant is Alsemambrosia (Ambrosia artemisiifolia) uit de familie der Composieten. Alsemambrosia is vaak een component van vogelvoer en de import hiervan is in de Europese Unie verboden. Alsemambrosia (ambrosia is het voedsel voor goden, waardoor ze eeuwig leefden) komt veel voor op verlaten grondstukken, verwaarloosde parken, in bermen en langs spoorwegen. Naast het uitroeien met herbiciden is het regelmatig maaien van deze grondstukken nodig. Het maaien dient zo laag mogelijk te gebeuren, anders kunnen vertakkingen van de plant later verder doorgroeien. De bladeren zijn dubbelgeveerd, soms ook enkelgeveerd. In de bloeitijd heeft de plant 3 mm grote eenslachtige hoofdjes die in een aar zitten. De klokvormige naar beneden hangende mannelijke hoofdjes hebben licht behaarde, vergroeide omwindselblaadjes. De vrouwelijke bloemen zijn grijs-wit en hebben twee eivormige schutbladen. De bruine vrucht is een soort nootje met een hoog oliegehalte. Het omwindsel rond het nootje heeft priemvormige stekels waarmee het zich in de vacht van dieren haakt en zo verspreid wordt. De plant scheidt coronopiline uit, een stof die het groeien van andere planten in de directe omgeving verhindert.
Verdelgen die plant!
In Hongarije wordt er al jaren strijd gevoerd om de verspreiding van de plant tegen te gaan. Voorlichting en sancties zijn daarbij de belangrijkste wapens. Sinds 1992 wordt de pollendichtheid gemeten, eerst nog met drie stations, nu zijn er al 19 stations die de dagelijkse dichtheid meten. De plant is erg moeilijk uit te roeien, de gigantische hoeveelheid pollen en de lange tijd die de nootjes in de bodem overleven, maken dat de plant steeds weer de kop op steekt waar die uitgeroeid dacht te zijn. In de bodem blijven de nootjes tot ongeveer 50 jaar in staat om te ontkiemen. Verdelgingsmiddelen vernietigen slechts een deel van de in de bodem aanwezige zaden. Ploegen en de grond met een speciale herbicide behandelen is hiervoor een oplossing.
Elke grondbezitter in Hongarije is verplicht de plant te verdelgen. Dit moet voor eind juni gebeuren, voordat de planten bloemen gaat vormen. Boetes, afhangende van de grote van het geïnfecteerde gebied liggen tussen de 15.000 en de 5 miljoen HUF (€ 55,- tot € 18.500,-). In voorlichtingcampagnes roepen Hongaarse autoriteiten elk jaar op om de zaak serieus te nemen en er alles aan te doen om de plant voor eens en altijd uit te roeien.
Bij het verwijderen van de plant dient men handschoenen te gebruiken, bij bloemvorming is een mondmasker aan te raden. De planten kunnen niet in een bio-afvalbak maar moeten verbrand worden.
>>>> Door: | Jenő Nagy |