Revolutie 1956 - 'revolutie' 2006
Vrijdag 22 oktober 2010 - Morgen is het 23 oktober, een nationale 'feestdag' in Hongarije, een dag waarop de revolutie van 1956 herdacht en gevierd wordt. Op die dag in '56 begon de opstand tegen het communistische bewind. Een metershoog standbeeld van Stalin werd omvergetrokken en er werd gevochten tegen Sovjetsoldaten en de Hongaarse geheime dienst. Een week later stapte Hongarije uit het Warschaupact, de Sovjet-Unie viel daarna Hongarije binnen maar het Westen schoot niet te hulp. Hongarije bleef voor tientallen jaren een communistisch land onder invloed van de Sovjet-Unie.
Toch is deze dag wel een echte feestdag. Het gedenkt de opstand, niet het verlies, uiteraard met speeches, concerten en andere feestelijke programma's. In kranten deze week was te lezen hoeveel geld gespendeerd wordt aan de festiviteiten die in de hoofdstad plaatsvinden in en rond het Parlementsgebouw en in andere delen van de stad. Er viel kritiek te horen over de kosten van dit nationale feestje, maar 'brood en spelen' zijn nu eenmaal niet gratis. Voor de Fidesz was 23 oktober altijd al een belangrijke feestdag, met steevast toespraken van Viktor Orbán op een podium waarin hij de revolutie van '56 graag benutte voor de eigen boodschap. Een deel van de festiviteiten staat trouwens in het teken van de ramp met de rode modder, op allerlei manieren wordt geld ingezameld voor de slachtoffers van die ramp. Verder worden de overal aanwezige ambulancediensten en eerste hulpposten niet zoals eerder door een regeringswoordvoerder genoemde particuliere onderneming uitgevoerd, zij waren goedkoper, maar toch door het OMSZ, de nationale staatsgezondheidsdienst. In een verklaring heeft de regering daarna laten weten dat vanaf nu op alle nationale feestdagen enkel nog staatsinstanties worden ingezet.
Herfst 2006
Vier jaar geleden, precies vijftig jaar na 1956, verliep deze dag echter heel anders. Al weken daarvoor waren in Boedapest en in andere steden burgers aan het demonstreren tegen de toenmalige regering van Ferenc Gyurcsány, een socialistische regering die volgens de tegenstanders corrupt was en het geld uit de staat aan het wegsluizen was voor eigen gewin. En door de woorden van een op band opgenomen en voor iedereen op radio en tv te horen geheime toespraak van Gyurcsány voor eigen fractie, kreeg menig Hongaars burger nog een harde klap in het gezicht toe. Gyurcsány vertelde in die toespraak onder meer dat zijn regering gelogen had over de economische stand van zaken in het land en dat er niet realistische verkiezingsbeloften waren gedaan. Het volk wilde dat hij vertrok, maar hij bleef aan, en toen was de geest uit de fles.
>>>> Tekst en foto's: | Tom de Smet |
Hieronder een samenvatting van een MTI-artikel over het rapport van een onderzoekscommissie naar de gebeurtenissen in Herfst 2006. Deze commissie bestaat uit leden van de Fidesz, KDNP, LMP en Jobbik.
Herfst 2006, burgers geschokt in vertrouwen rechtsstaat Het tragische gevolg van de gebeurtenissen in de herfst van 2006 is dat de staatsburgers geschokt werden in hun vertrouwen in de staat en in hun geloof in de rechtsstaat, zo valt te lezen in een rapport van de commissie die de rechtsschending onderzoekt.
Volgens dit rapport is het meest verontrustend dat de staat tijdens de twee opeenvolgende regeringsperioden tussen 2002 en 210 zelfs de meest ontstellende en openlijke gebeurtenissen niet heeft onderzocht en de verantwoordelijkheid voor deze zaken niet heeft benoemd. Ze beperkten zelfs de mogelijkheden om binnen de rechtstaat de gebeurtenissen te onderzoeken en te controleren, en ze maakten het onmogelijk de meest ernstige misdaden (daarvan zijn geen identificatienummers) en de verantwoordelijken daarvoor te vervolgen. Volgens het rapport pleegde de staat in meerdere gevallen rechtsschending tegen diegenen die opkwamen voor hun politieke vrijheidsrechten tegenover de staat, zij verbood op rij wettelijk aangekondigde bijeenkomsten, de staat was niet in staat onderscheid te maken tussen de vreedzame uitoefening van grondwettelijke rechten respectievelijk de vrijheid van meningsuiting en de onwettige vormen. In het geval als de staat ertegen optrad week het optreden ook nog af van de wettelijke eisen van proportionaliteit.. Gergely Gulyás (Fidesz) voorzitter van de commissie merkte op dat het onderzoek aanleiding geeft tot het concreet instellen van een verzoek voor onderzoek bij de Officier van Justitie met betrekking tot László Bene, het vroegere hoofd van de nationale politie, en Rudi Zoltán, vroegere voorzitter van MTV die voor de commissie zijn verklaring aflegde. Zoals Gulyás zei werd uit de verklaring van László Bene duidelijk dat Péter Gergényi, toenmalig hoofdcommissaris van politie van Boedapest, onder bescherming van premier Ferenc Gyurcsány stond. Het rapport houdt zich naast de bestorming van het MTV gebouw bezig met de gebeurtenissen die tussen 18 en 22 september 2006 plaatsvonden. In verband hiermee drukte Gergely Gulyás het als volgt uit: "De bruutheid van de politie was zonder weerga en het is duidelijk te zien dat de wetsovertredingen nog nooit zo zwaar waren sinds de omwenteling, als in de herfst van 2006". In verband met de gebeurtenissen van 23 oktober zei Gulyás dat het wegdrijven van de demonstrerende menigte van het Kossuth tér, ook volgens hedendaagse rechtsnormen, tegen de wet was. Het is ondubbelzinnig vast te stellen dat de politie de menigte van het Kossuth tér richting de net afgelopen protestbijeenkomst van de Fidesz heeft geduwd. De vertegenwoordigers van de regeringspartijen hebben het rapport bij stemming aangenomen. Het zal worden voorgelegd aan de parlementaire commissie voor mensenrechten, minderheden, burgelijke en bedrijfszaken. In het rapport zullen echter niet de vastgestelde rechtsschendingen staan die gepleegd zijn in de periode vóór en na de herfst van 2006. Dat had namelijk op grond van de werkverdeling binnen de commissie door Tamás Gaudi-Nagy Tamás (Jobbik) moeten worden gemaakt, maar die diende zijn aandeel in het werk niet in voorafgaand aan de vergadering om negen uur 's morgens. |