Jagen voor een goed gemoed én voor economische groei
Semjén is de leider van de KDNP, de partner van de Fidesz in de regerende Fidesz-KDNP alliantie. Daarnaast is hij ook ere-voorzitter van het Hongaarse Jachtverbond. Het moet in die dubbele hoedanigheid zijn geweest, dat hij halverwege januari een brief stuurde aan Sándor Fazékas, de Minister van Rurale Ontwikkeling.
Brief
Natuurvrienden in Hongarije reageerden verontwaardigd toen de inhoud van brief naar buiten kwam. Daarin geeft Semjén namelijk zijn eigen kabinetsminister een aantal discutabele oplossingen voor nog vagere problemen. Volgens Semjén zou de Hongaarse jachtsector mee-lijden aan de algemene crisis. Zo hebben de 55.000 Hongaarse jagers, onder andere, last van een verminderd „algemeen welbevinden". Daarnaast, zo stipuleert Semjén, kan er meer worden gedaan om de economisch belangrijke buitenlandse jagers naar Hongarije te krijgen.
Jacht openen op beschermde soorten
Zo zullen de jagers zich waarschijnlijk een stuk beter voelen als ze weer op de grauwe gans, canadese gans en tafeleend zouden mogen jagen. Dit zijn soorten die momenteel beschermd worden. Volgens de MME, de nationale Vogelaarsvereniging, is de canadese gans alles bij elkaar achtien keer in Hongarije gespot, dus van een plaag zal hier geen sprake zijn. Semjén erkent dat hier en daar een lobby-reisje naar Brussel geboden zal zijn, bijvoorbeeld als het er om gaat de traditionele (en verboden) lentejacht op houtsnippen weer op de kalender te krijgen. Echter, zo spreekt hij zijn minister alvast moed in, dat de Europese populatie nauwelijks zal lijden onder het schieten van 2000 exemplaren valt best uit te leggen.
Verder moet er naar de populaties van de kramsvogel, de zomertortel en de kwartel worden gekeken, zodat ook daarop weer gejaagd kan worden. Deze soorten zijn vooral populair bij Italiaanse jagers. De beschermde soorten als buizerd, havik, bruine kiekendief, raaf, en zelfs wezel en boommarter kunnen ook weer worden bejaagd. Daar zijn er inmiddels al weer zo veel van, stelt Semjén vast, dat ze een ernstige bedreiging vormen voor het kleinwild.
Troef
Dat laatste, erkent een sarcastische Pál Gera, zou inderdaad een fraaie troef zijn voor het Hongaarse jachttoerisme. Pál Gera is een bekend Hongaars natuurbeschermer en één van de eersten die de achterkameractie van de vice-premier aan de grote klok hing. De internationale faam van Hongarije kan hiermee inderdaad worden verzekerd, zo wijst hij uit. Het zou een unicum zijn als de schutters hier, tegelijk met hun favoriete zangvogeltjes, ook nog eens hun natuurlijke concurrentie om zouden mogen leggen.Volgens Gera is er biologisch gezien al geen aanleiding te geven om de jacht op de genoemde soorten te openen. Verder is het ondemocratische gekonkel van de vice premier volgens hem een klap in het gezicht van honderden natuurbeschermers, jagers en andere natuurvrienden die de afgelopen decennia hard hebben gewerkt om tot een vruchtbare samenwerking te komen. Tot besluit wijst Gera er fijntjes op dat het Hongaarse volk net nog aangegeven heeft dat de natuur van de Karpaten een speciaal plekje verdient in de Grondwet. Een wens die Semjén nu gemakkelijk terzijde legt ten behoeve van zijn 50.000 man tellende legertje.
License to kill
Er staan nog meer vreemde dingen in de brief van Semjén. Zo zou het toezicht op de jacht in natuurgebieden niet langer onder het Ministerie van Milieu en Water dienen te ressorteren, maar bij het Ministerie voor Plattelandsontwikkeling moeten worden ondergebracht, vindt hij. En Semjén werkt ook nog eens bewust toe naar een verzwakking van CITES, de succesvolle Conventie van Washington die de handel in bedreigde diersoorten poogt te elimineren. Naam en nummer worden genoemd van de regeltjes die gewijzigd zouden moeten worden om te zorgen dat het voor jagers die uit den vreemde terugkeren, eenvoudiger wordt om een jachttrofee het land in te krijgen. Ideaal zou zijn, volgens Semjén, als de jager bij zijn trofee niets meer nodig heeft dan een bewijsje uit het land van herkomst dat de buit aldaar wettig is verworven (geschoten). Een dergelijke opening kan zo maar een Europa-wijde ondermijning van CITES in de hand werken, hoe graag we het die arme jagers ook zouden gunnen.Wat er verder met de brief dient te gebeuren is nog niet duidelijk op dit moment. Van de zijde van de regering blijft het stil. Behalve dan dat de ervaren medewerker op het ministerie die de brief heeft laten lekken, inmiddels is ontslagen.
>>>> Door: | Joost Kingma |