Politieagenten wegens geweld in 2006 ontslagen
Vrijdag 18 mei 2012 - Van de politieagenten die in 2006 bij de rellen in september bij het gebouw van de staatstelevisie MTV, en vooral op 23 oktober tijdens vreedzame massademonstraties buitensporig geweld hebben gebruikt, werden er in het totaal 96 ontslagen. Nog eens tien agenten zullen binnenkort ontslagen worden.
De minister van Binnenlandse Zaken Sándor Pintér heeft vorige week een samenvatting van het rapport over de strafzaken tegen agenten en leidinggevenden die verantwoordelijk waren voor het geweld in 2006 bekend gemaakt. Tegen een aantal agenten lopen nog strafzaken, een aantal van de leidinggevenden is met vervroegd pensioen gestuurd. De slachtoffers hebben een schadevergoeding ontvangen.
Tijdens de demonstraties op 23 oktober 2006 tegen de toenmalige regering, en tegen premier Ferenc Gyurcsány in het bijzonder, werd onnodig veel geweld gebruikt. Op die dag waren tienduizenden mensen in de binnenstad aanwezig. In de weken ervoor waren er op verschillende plaatsen in de stad al mensen bij elkaar om hun woede over de regering te uiten. Maar op 23 oktober kwamen ook veel Hongaren naar de binnenstad om de Opstand van 1956 te vieren. Het was onduidelijk wie nu daarvoor kwam of wie kwam demonstreren, de groepen liepen gedurende de dag steeds meer in elkaar over. De ME voerde onder meer met waterkanonnen verschillende charges uit om hen uit elkaar te drijven of naar andere plaatsen in de stad te manoevreren, maar dat werd niet professioneel gedaan. Tijdens die charges werden al de eerste harde klappen uitgedeeld en werd er met traangas geschoten waardoor velen naar andere delen van het centrum vluchtten. Het gevolg was dat later op de dag duizenden mensen rond het Erszébet tér, het Deák tér en op de Károly körút in een fuik terecht kwamen en maar met moeite weg konden komen voor het geweld. Vreedzame demonstranten en nietsvermoedende voorbijgangers werden beschoten met rubberkogels, mensen werden in elkaar geslagen en er werd van zeer dichtbij geschoten met traangas.
Een van de redenen waarom de politie zo hard en ongecontroleerd ingreep, zouden de rellen van eind september 2006 bij het MTV gebouw geweest zijn. Die liepen compleet uit de hand waarbij de politie en ME door sommige demonstranten, maar vooral door relschoppers, fysiek belaagd werden. De harde aanpak op 23 oktober (uit angst, als wraak?) leek een bewuste keuze te zijn. De politieleiding, op bevel van de gemeente en de regering, besloot in ieder geval om zo op te treden. De oppositie, met name de Fidesz en de Jobbik, beweerde dat het een gerichte daad tegen hen en hun aanhangers was. Het fanatisme waarmee politie en ME de strijd voerden deed dat ook zeker vermoeden. Toch bleek achteraf ook dat de Hongaarse politie en ME toen totaal geen ervaring hadden met een situatie als deze. In de jaren daarna zag je dat bij grote massademonstraties veel professioneler te werk werd gegaan, ze zijn nu beter getraind en krijgen betere instructies.
Die rumoerige weken in Boedapest deden enigzins denken aan de krakersrellen in Amsterdam in 1980, en vooral aan die beruchte 'feestdag' waarop Prinses Beatrix gekroond werd. Ook toen traden politie en ME buitengewoon hard op, tegen krakers en relschoppers, maar door de ongecontroleerde charges kwamen ook veel feestvierders in gevechten terecht die ze probeerden te ontwijken. Een van de kritiekpunten toen was dat de ME grotendeels bestond uit niet goed op de situatie voorbereide agenten uit de provincie. Maar op die dag kon je je eigenlijk niet goed voorbereiden. Een strakke regie voeren in zo een chaos was niet mogelijk, en het was toen ook niet alleen de politie die geweld gebruikte.
Op 23 oktober in Boedapest zag je ongeveer hetzelfde gebeuren. Door de inschattingsfouten die werden gemaakt in de ochtend, met de heftige septemberrellen nog in het achterhoofd, trokken de agenten en ME stuurloos vechtend door de stad. Daarbij maakten ze zeer grote fouten en gebruikten ze onnodig geweld. Maar zij waren niet de enigen die geweldadig tekeer gingen. Relschoppers stonden die middag bijvoorbeeld op het Deák tér al klaar om de boel op te jutten, met hun zakken vol met stenen. Leek de mensenmassa, die zich daar relatief rustig verplaatste, eerst nog te overzien, nog geen tien minuten later werd het letterlijk een slagveld. Toeristen, kinderen en bejaarden, passanten, daklozen, demonstranten, relschoppers, iedereen die zich daar bevond voelde aan den lijve hoe de sterke arm van de staat zich tegen je kan keren. Maar ook zag je bij ME-ers - die een cordon om het slagveld vormden, de kleppen van hun helmen omhooggeklapt om wat lucht te happen - zenuwen, angst en twijfel op hun gezicht. Jong waren ze nog en slecht voorbereid, opgetrommeld vanuit de provincie om te komen vechten tegen eigen volk.
Het bleef daarna nog lang onrustig in de stad, én onrustig in het land. De lange hete herfst van 2006 werd de definitieve opmaat voor de 'Oranje Revolutie' van de Fidesz en de val van de socialisten.
>>>> Tekst & foto's: | Tom de Smet |