`De treinreis` Boek en documentaire over Hongaars-Nederlandse Joden tijdens WOII
Vrijdag 27 april 2018 - `De Donau is rood, zegt de een. De Donau is bruin, zegt de ander. Het hangt af van het moment van de dag waarop je kijkt en van wat je wilt zien`.
In dezelfde week dat ik het recent verschenen boek De treinreis over Hongaars-Nederlandse Joden die vanuit Nederland naar Hongarije wisten te ontsnappen las, kreeg ik in Boedapest bij toeval het boek Een bed in de hemel van Tessa de Loo in handen. Deze roman, waaruit het bovenstaande citaat afkomstig is, sloot op beklemmende wijze aan bij de verhalen van overlevenden die ik in De treinreis las. Zij weten immers waarom de Donau in Boedapest toen rood was. Of bruin.
In 1943 wisten 89 Hongaars-Nederlandse Joden uit Nederland te ontsnappen. Waarom lieten de nazi’s uitgerekend deze groep Joden gaan? Wie waren deze vluchtelingen uit Nederland en wat wachtte hun in Hongarije? In De treinreis van Aline Pennewaard en Willy Lindwer, dat als boek op 23 april bij Uitgeverij Nieuw Amsterdam verscheen en als gelijknamige documentaire op 4 mei te zien is op de Nederlandse televisie (BNN/VARA, om 18.45), wordt hun geschiedenis verteld en vertellen de laatste nog levende ooggetuigen over wat zij toen hebben meegemaakt.
In het boek wordt eerst ingegaan op de vraag waarom Hongaarse Joden naar Nederland kwamen. Het waren niet allemaal vluchtelingen eind jaren dertig, al veel eerder kwamen ze om verschillende redenen naar Nederland en gingen ze op in de Nederlandse samenleving. Hun kinderen spraken vaak niet eens Hongaars. Ook wordt in het eerste deel van De treinreis een schets gegeven hoe diep het antisemitisme in Hongarije geworteld was (en nog is Redactie) en hoe de innige band tussen Hongarije en nazi-Duitsland ontstond. Hongaarse Joden werden in meerdere bezette landen niet vervolgd omdat Hongarije als `vriend` van Duitsland dat in de eerste jaren van de oorlog voor de buiten de landsgrenzen wonende Hongaarse staatsburgers om verschillende redenen bedong. Echter niets is zwart-wit. Dat Hongarije, achteraf bekeken, geen goede keuzes maakte is wel duidelijk. De trend in Hongarije nu om nazi-Duitsland verantwoordelijk te stellen voor de Jodenvervolging in Hongarije, Duitsland bezette het land in maart 1944, gaat niet helemaal op. Veel Hongaren willen het nog steeds niet toegeven, maar een klein deel van de Hongaarse bevolking heeft toen doelbewust meegewerkt om aan dit stuk van de Jodenvervolging gestalte te geven.
Toen ik de verhalen van de overlevenden die voor het boek werden geïnterviewd las, vroeg ik me als eerste af hoe het toch mogelijk is dat een mens zoveel verschrikkingen kan doorstaan en ondanks alles de kracht vindt om te blijven vechten voor het leven. Bijna geen Nederlander, zelfs diegene die al aardig wat over de Hongaarse geschiedenis weet, en op de hoogte is van de in een paar maanden tijd door de nazi`s vanuit het hele land naar de vernietigingskampen weggevoerde Joodse burgers, heeft notie van hoe het er in Hongarije al eerder aan toeging en wat er later in korte tijd in het nog zogenaamd nog `veilige` Boedapest aan wreedheden door Hongaren werd begaan. Hongarije had al veel eerder anti-Joodse wetten dan Duitsland, Joodse mannen werden ingezet als dwangarbeiders en de fascistische Pijlkruisers (Nyilasok) en politieagenten gingen zich vanaf het moment dat Duitsland Hongarije had bezet te buiten aan het op grote schaal mishandelen en vermoorden van Joden.
Uit het onderzoek van de auteurs en uit de verhalen van de overlevenden blijkt dat als je in Nederland aan de Duitse autoriteiten kon bewijzen dat je Hongaar was - om aan de juiste papieren te komen was een flinke klus - je kans had om niet op transport naar Westerbork gesteld te worden. Of meteen rechtstreeks naar de vernietigingskampen. Het lukte niet iedereen om te ontkomen. En eenmaal in Boedapest beland, eerst nog `vrij` in een stad die nog niet onder de oorlog te lijden had, maar later opgesloten in het getto dat opgericht was in de oude joodse wijk, was er geen garantie op overleven. De overlevenden, waarvan velen via omwegen met hindernissen weer terug naar Nederland kwamen, tonen middels hun verhalen aan dat er een gedeelde geschiedenis is. Omdat zij ook Nederlander zijn, met een Hongaars-Joodse achtergrond, voelde ik me als Nederlander - in Amsterdam wonend vlakbij het Centraal Station, waar de treinreizen begonnen - en het boek gelezen hebbende na een wandeling door een van de oude joodse wijken van Boedapest - de stad waarvan ik hou en al ruim dertig jaar kom - op een wonderlijke manier betrokken. Door de Nederlandse invalshoek en de Nederlandse taal waarin ze hun verhaal vertellen komt een stuk van onze gemeenschappelijke geschiedenis waarvan we geen weet hadden boven water. Dankzij het werk van de makers van De treinreis voel ik me nu anders als ik door de straten van Boedapest loop, met Hongaren werk, spreek en lach en als ik zittend vanuit de tram naar die brede tijdloze Donau kijk. De rivier die alles weet en toen rood was. Of bruin.
Aline Pennewaard is historicus en is momenteel bezig met haar promotieonderzoek naar de deportaties van Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog vanuit Nederland naar de vernietigingskampen. Tijdens dit onderzoek stuitte ze op dit nu toe nog onbekende hoofdstuk in de Hongaars-Joods-Nederlandse geschiedenis dat nog nooit is verteld. Samen met Guus Luijters maakte zij het boek In Memoriam. Van haar hand verschijnt in 2018 Van kleermaker tot kapo.
Willy Lindwer is documentaire filmmaker en verwierf internationale bekendheid met De laatste zeven maanden van Anne Frank. Lindwer heeft veel films over de Tweede Wereldoorlog en de Jodenvervolging op zijn naam staan, en ontving voor zijn werk diverse prijzen, waaronder een Gouden Kalf en een Emmy Award.
De Treinreis, Uitgeverij Nieuw Amsterdam | |
Prijs: € 19,99 | |
ISBN: 978 90 468 2325 5 | |
Aantal pagina's: 176 |
Een bed in de hemel van Tessa de Loo verscheen in 2000 bij Uitgeverij De Arbeiderspers. Het verhaal speelt zich zowel in Nederland af als in Boedapest en heeft parallellen met de inhoud van De treinreis.
>>>> Door: Tom de Smet