Koeman en Orbán vechten om de bal

Vrijdag 13 november 2009 - De laatste week is er in de Hongaarse media veel te lezen over het verbale treffen tussen de bondscoach van het Hongaarse nationale voetbalteam Erwin Koeman en Viktor Orbán, de leider van de oppositionele rechts-conservatieve partij Fidesz. Om met Rinus Michels te spreken: "Voetbal is oorlog" In Hongarije is het: "Voetbal is politiek". Voetbal is iets van het gehele volk, ook in Hongarije. Iedereen heeft er véél verstand van en mag dat graag rondbazuinen. We weten het allemaal beter en dat is maar goed ook.

Want zo is voetbal verheven boven iedereen en alles en blijft het allemaal beperkt tot onschuldig gemopper op bondscoaches. Behalve dus in Hongarije. Fidesz leider Viktor Orbán maakte zijn ongenoegen duidelijk: Hij miste de bondscoach op een wedstrijd tussen Videoton (Székesfehérvár) en DVSC (Debrecen) en voegde hier aan toe dat bij Erwin Koeman het nationale team dus niet in goede handen is. Nu moet ik toegeven, als er iemand méér verstand van voetballen heeft dan Koeman is het wel de oppositieleider. De voormalige speler van Alcsútdoboz en één van de oprichters van de Puskás Voetbalacademie is een bevlogen liefhebber van voetbal die zijn kennis over het edele spel niet onder stoelen of banken steekt. En hij breekt hier een lans voor het jonge talent waar de Hongaarse eerste divisie van overvloeit, want zo stelt hij verder "Ik heb de indruk dat niemand wat geeft om de jonge talentvolle voetballers, die hier week in, week uit worstelen in Hongarije". Hij gaat nog verder in zijn betoog over het hoge niveau van het voetbal in Hongarije, waar week na week voor meestal praktisch lege stadions wordt gespeeld: "met de clubs gaat het goed, véél beter dan met de Nationale Elf. Ik denk dat het niet eerlijk is dat degenen die het nationale team samenstellen niet aanwezig zijn"(Koeman dus, tijdens de wedstrijd Videoton-DVSC - Red.).

In een reactie meldde Koeman dat hij het prima vindt dat iemand hem bekritiseert, mits met goede bedoelingen. "Maar het doet pijn wanneer dit gebeurt door figuren die dat niet zouden moeten doen, in de eerste plaats denk ik hier aan de heer Viktor Orbán." Hij gaat nog een stapje verder: "Hij zal een goede politicus zijn en hij moet zich dus bezig houden met waarin hij goed is. Mijn vrienden en familie waren geschokt te horen dat voetbal en politiek met elkaar interfereren hier in Hongarije." Verder zei de aangevallen bondscoach dat hij ook een mening heeft over politiek, maar dit niet rondbazuint. Koeman kan zich niet aan de indruk ontrekken dat hij binnenkort vervangen gaat worden. "Ik hou er niet van om van achteren aangevallen te worden, ik ben nu dus in de rug gestoken."

Kortom, de meest succesvolle spelers uit Hongarije die in de eerste of tweede divisies in sterkere voetbalcompetities ervaring opdoen, moeten in de toekomst maar thuisblijven. Of liever gezegd, in het buitenland thuisblijven. En ze dienen vervangen te worden door het Hongaarse talent welk vaderlandsgetrouw op eigen bodem speelt. Geen Dszudszák's en Juhász-en meer dus. Tenminste wanneer het Voetbal Orakel uit het parlement het zo wenst. Koeman: "In Hongarije kunnen sommigen geen onderscheid maken tussen politiek en voetbal. Politici willen stemmen winnen, terwijl ik de zaak professioneel bezie."

Dat politiek en voetbal niet succesvol samen gaan in Hongarije hadden beiden moeten weten: wie herinnert zich niet de ondergang van voetbalclub Ferencváros onder de bezielende leiding van Dr. József Torgyán, Minister van Landbouw in de regering Orbán van 1998 tot 2002. De club overleefde het politieke spel ternauwernood en is nog steeds herstellende van de bemoeienis van politieke voetbaldeskundigen.