Verkiezingsstelsel Hongarije, hoe werkt dat?
Het Hongaarse kiesstelsel vormt een combinatie van het meerderheidsstelsel (individuele kandidaten) en het systeem van evenredige vertegenwoordiging (partijlijsten), op basis van het Duitse model. Het Nederlandse stelsel is daarentegen volledig gebaseerd op evenredige vertegenwoordiging.
Hongarije is verdeeld in 176 individuele kiesdistricten. In elk district wordt één afgevaardigde rechtsstreeks door de kiezers gekozen. De overige 210 zetels worden door middel van een ingewikkeld systeem van evenredige vertegenwoordiging door partijen gevuld (58 vertegenwoordigers van landelijke partijlijsten en 152 van regionele partijlijsten). Er zijn twee verkiezingsronden nodig, die twee weken na elkaar worden gehouden. In 2010 vindt de eerste ronde op 11 april en de tweede op 25 april plaats.
Hoe komt een kandidaat op een lijst?
Een individuele kandidaat kan zich verkiesbaar stellen als hij ondersteuningsverklaringen (ajánlószelvény) van tenminste 750 kiesgerechtigden uit de betreffende kieskring weet te verzamelen.
Als een partij een individuele kandidaat kan opstellen in 25% van de 20 regionale districten (19 provincies en de hoofdstad) dan kan zij een regionale partijlijst (területi lista) opstellen. Als de partij minimaal 7 regionale partijlijsten kan opstellen, kan zij bovendien een landelijke lijst (országos lista) uitbrengen. In de kiesdistricten kunnen onafhankelijke (partijloze) kandidaten zich ook verkiesbaar stellen, maar de lijsten mogen slechts door partijen worden opgesteld.
Regels voor de eerste ronde (individuele kandidaten)
Tijdens de stemming in de eerste ronde brengt de kiezer een stem uit op zowel een individuele kandidaat als één van de 20 regionale partijlijsten. Op de landelijke partijlijst kan de kiezer niet stemmen, omdat deze zetels volgens de reststemmen worden verdeeld. De stemming is geldig als meer dan de helft van de kiesgerechtigden eraan deelgenomen heeft. Als een kandidaat de absolute meerderheid van de stemmen (50% + één stem) heeft behaald is geen tweede ronde nodig en heeft de winnende kandidaat de zetel bemachtigd.
Tweede ronde noodzakelijk?
Als het aantal stemmers minder dan 50% van de kiesgerechtigden bedraagt, of als geen van de kandidaten meer dan 50% van de stemmen heeft gekregen, dan moet in dat kiesdistrict een tweede ronde worden gehouden. In de tweede verkiezingsronde mogen de drie kandidaten deelnemen die de meeste stemmen gekregen hebben. De winnaar is degene die de meeste stemmen haalt (relatieve meerderheid). De stemming van de tweede ronde is ongeldig wanneer er minder dan 25% van de kiezers aan deelgenomen heeft. In dat geval moeten nieuwe verkiezingen voor deze zetel worden uitgeschreven.
Partijlijsten
Met betrekking tot de regionale partijlijsten kan nog het volgende worden opgemerkt. De verkiezing is geldig als het opkomstpercentage meer dan 50% bedraagt. Als de verkiezing in de eerste ronde geldig was, dan is er geen tweede ronde nodig. Van de regionale lijst kunnen slechts die partijen een zetel in het parlement krijgen, die meer dan 5% van de geldige stemmen gekregen hebben (de kiesdrempel in Hongarije is dus 5%). Op deze wijze wil men een te sterke versplintering en een veelheid aan kleine partijen voorkomen. Hoewel Nederland formeel geen kiesdrempel kent, vormt de kiesdeler van 0,667% de facto een drempel (minimum aantal of percentage stemmen om een zetel te behalen), die het mogelijk maakt als eenpersoonsfractie in de Staten-Generaal te worden verkozen. De Hongaarse zetels zijn met gebruik van de berekeningswijze Hagenbach-Bischoff verdeeld.
Op de landelijke partijlijst kan de kiezer geen stem uitbrengen. De reststemmen van de individuele districten gaan over naar de landelijke lijst, en de verdeling van de zetels wordt volgens de Methode d'Hondt berekend. Reststemmen zijn de stemmen die de verliezers gekregen hebben. Ook hier geldt de regel van de kiesdrempel.
>>>> Door: | Krisztina Soós |