Jobbik, Hongaars rechts en beter
De Jobbik speelt in op de ontevredenheid van de Hongaren over het huidige economische beleid in het hard door de crisis getroffen Hongarije. Voor een steeds grotere groep in de samenleving is de, met steeds meer zelfverzekerdheid optredende, Jobbik en haar leider Gábor Vona het alternatief om hun stem te laten horen. In de opiniepeilingen staan ze nu op 17% en al drie leden van deze partij zijn tot Europarlementariër verkozen. De sterke groei van de partij verrast niet alleen het linkse, maar ook het conservatieve politieke spectrum.
Hongaren hebben een vreemde psyche, er is altijd maar weer die vijand, die erop uit is het land te vernietigen. "Hongarije voor de Hongaren", "Hongarije is gegijzeld en dient te worden bevrijd" zijn bekende slogans die goed vallen bij veel Hongaren. In rechts Hongarije is een van de vijanden onder meer het internationale bedrijfsleven. Deze buit de arme Hongaar uit en rooft het land leeg, importeert van alles uit het grote Niet-Hongarije en helpt de Hongaarse producent om zeep. Dan komen ook nog boze buitenlanders de grond opkopen waar al duizend jaar Hongaars bloed voor gevloeid heeft. Tijdens zijn toespraak zei Vona dat de Internationals zwaar belast dienen te worden, en dat zal dan ook gebeuren wanneer zij aan de macht zijn. "Willen ze niet luisteren, dan wijzen wij hen de weg naar de uitgang van het land", was de retoriek van Vona. "Tesco moet Turul heten (Tesco is een Britse supermarktketen - Turul is de mythische vogel die de Hongaren de weg naar het land heeft gewezen). De links-liberale en Joodse vijand dienen volledig te worden vernietigd. Die hebben het land kapot gemaakt en heulen met het Groot-Kapitaal.
Deze opvattingen zijn algemener in Hongarije dan doet vermoeden. In gesprekken met Hongaren is vaak al in het begin van het gesprek te horen "dat alles in handen is van de Joden". Deze opvattingen waren in het Hongarije van vóór 1989 weliswaar verboden, maar zeker wel aanwezig. In de afgelopen twintig jaar na de omwenteling is het antisemitisme niet zozeer gegroeid, zoals vaak gesteld wordt, maar gemakkelijker in het openbaar te belijden. Er zijn geen echte consequenties voor openlijk anti-joods te zijn. De Jobbik geeft een ultrarechts geluid dus, met een vette knipoog naar de voormalige Nationaal-Socialistische partij „de Pijlkruisers" (Nyilas Párt).
De opmars van de Jobbik lijkt vooralsnog niet te stuiten. De partij heeft zich tegen de tot op heden zwijgende grote conservatieve oppositiepartij Fidesz gekeerd. Vona sprak zelfs over een strijd tegen twee extremen: de Socialistische Partij (MSZP) en Fidesz. De groei van Jobbik is een zware streep door de rekening van voormalige vriend Viktor Orbán, die de hoop op een tweederde meerderheid bij de komende parlementaire verkiezingen in april nu ziet vervliegen. De Fidesz zal de absolute meerderheid nog wel kunnen behalen, maar zal om grondwettelijke veranderingen te kunnen doorvoeren zaken moeten gaan doen met de Jobbik. Overigens is de Fidesz ook medeverantwoordelijk voor het succes van de Jobbik. In 2005 juichte een grote menigte de sprekers van de Fidesz toe met daarbij veel vlagvertoon: de Árpád-vlag was weer van stal gehaald, ook een symbool van de Pijlkruisers partij. Om de ultrarechtse stemmers niet van zich te vervreemden zweeg de Fidesz, en ondanks de waarschuwingen van links en liberaal deed zij alsof de Árpád-vlag niets anders was dan een symbool van een conservatief sentiment.
Uit verschillende hoeken is nu te horen dat het de Fidesz toen wel goed uitkwam: een kleine partij die de dingen zegt die binnen de Fidesz misschien dan wel gedacht, maar zeker niet hardop gezegd kunnen worden. Naar het zich laat aanzien zijn de vlaggenzwaaiers nu naar een andere partij overgelopen, en met hen een groot aantal stemmers. De rechtse, conservatieve en christelijke waarden propagerende Fidesz bleek onverwachts toch rechts te kunnen worden ingehaald.
>>>> Door: | Jenő Nagy |