De MSZP: te water tot ze breekt?
Een en ander valt op te maken uit de spaarzame berichten die uit het partijbureau komen en uit de waarschuwende woorden van partijdirecteur László Puch, die Gyurcsány oproept snel tot inzicht te komen. Als hij niet vóór het partijcongres in de herfst terugkeert tot de moederschoot van de partij, zo stelt Puch, kan hij 'geïsoleerd' worden binnen de partij. Leden uit de partij zetten doet de MSZP in principe niet.
Van oudsher (lees: als opvolger van de socialistische MSZMP van voor 1989) is de MSZP in veel opzichten de volledige tegenhanger van de Fidesz van Viktor Orbán. Zo wordt de Fidesz gekenmerkt door sterk leiderschap en weinig tegengeluiden binnen de partij, door een wat schimmige besluitvorming en sterk gecentraliseerde politiek. Daarentegen kent de MSZP regionale afdelingen met behoorlijk wat macht, zijn er toonaangevende congressen voor de belangrijke beslissingen en gaat de partij gebukt onder een onaflatende stammenoorlog binnen de gelederen.
De relatieve tolerantie binnen de partij is meteen de dood in de pot als het gaat om veranderingen. Daar zit hem dan ook waarschijnlijk de pijn en de hoop van Gyurcsány. Op het moment is hij weliswaar nog steeds een prominent lid van de partij (en bezet hij nog een belangrijke partijfunctie als beheerder van de partijkas), in de praktijk kan hij zijn wil nauwelijks doordrukken. Vooral de vleugel rond fractievoorzitter Attila Meszterházy, met Péter Kiss en andere belangrijke, minder op de voorgrond tredende MSZP-coryfeeën, zit Gyurcsány vaak dwars. Meszterházy is iemand met wie Gyurcsány al eerder grote meningsverschillen had.
De actie van Gyurcsány komt niet onverwacht. Als relatieve buitenstaander was hij een bruikbaar en succesvol lijsttrekker voor de partij: dankzij hem kreeg de MSZP er een tweede regeringsperiode achteraan. Tot de beruchte toespraak van Balatonöszöd in 2006 in de openbaarheid werd gebracht en hij ten val kwam. Bij de laatste verkiezingen kwam Gyurcsány op de kieslijst op de vijfde plaats terecht. Geen onverkiesbare plaats, maar wel meer dan een veeg teken.
Gyurcsány van zijn kant denkt al sinds jaar en dag dat de dolksteek van de Öszödi toespraak een dolksteek in de rug was, afkomstig van mensen binnen zijn eigen partij. Wat zou passen in een bepaald stramien. De MSZP laat wel vaker personen van buiten de kar trekken, om ze daarna ze weer relatief makkelijk te laten vallen. Hetzelfde gebeurde met Péter Medgyessy. Ook Gordon Bajnai, die na Balatonöszöd het premierschap van Gyurcsány overnam, was een buitenstaander.
Hoewel er niet veel informatie naar buiten komt en de heren zich redelijk aan de fatsoensregels houden, lijkt het er op dat het ultimatum dichterbij komt. Niet lang geleden is de Democratische Partij als organisatie geregistreerd (naar Gyurcsány's eigen zeggen zonder dat hij er iets mee te maken heeft gehad). Een meer dan tastbare nooduitgang om het MSZP-bestuur tot andere inzichten te dwingen.
Wat de uitkomst ook mag worden, het lijkt moeilijk voor te stellen dat hier iemand de verkiezingen zal gaan winnen. Blijft de partij bijeen, dan is het perspectief voor de MSZP ook niet bepaald rooskleurig. Mogelijk moet de partij dan fuseren met de nieuwe Democratische Partij, waardoor Gyurcsány als schipper een sterkere positie krijgt. Daarbij komt nog dat Gyurcsány best een sterk leider kan zijn, maar bepaald populair is hij absoluut niet. Voor de MSZP dus een keuze uit twee kwaden. En hetzelfde geldt ook voor een groot deel van de kiezers, straks. Een weinig geloofwaardige MSZP met Gyurcsány aan het hoofd, of de keuze tussen een zwakke, onthoofde en doelloze MSZP naast een sterk agerende, zij het marginale Democratische Partij.
Nu maar hopen dat er nog genoeg water door de Donau zal stromen, voordat het weer verkiezingstijd wordt.
>>>> Door: | Joost Kingma |