De prehistorie in tijdperken
Periode |
Tijdperk |
2 mln-300.000 v. Chr. |
Vroeg-palaeoliticum |
300.000-40.000 v. Chr. |
Midden-palaeoliticum, de tijd van de Neanderthalers |
40.000-9.000 v. Chr. |
Laat-palaeoliticum |
22.000-18.000 v. Chr. |
Gravettien, Venus van Willendorf |
18.000-15.000 v. Chr. |
Solutréen |
15.000-8.000 v.Chr. |
Magdalénien, de tijd van de rendierjagers |
10.000 v.Chr. |
Klimaatsverandering. Toendra's maken plaats voor open boslandschap |
9.000-5.000 v. Chr. |
Mesoliticum |
5.000-2.000 v. Chr. |
Neoliticum |
5.500-5.000 v. Chr. |
De cultuur van de lineaire bandkeramiek verbreidt zich in Europa. |
4.800-4000 v. Chr. |
De cultuur van de Stichbandkeramik en de Lengyel-cultuur verbreiden zich in resp. Noord- en Centraal-Europa |
3500 v.Chr. |
De Baden-cultuur verbreidt zich binnen het Karpatenbekken |
3.200-2.700 v.Chr. |
Trechterbeker cultuur |
2.900-2.400 v. Chr. |
Enkelgrafcultuur |
2.600-2.100 v. Chr. |
Klokbekercultuur |
2.000-1.800 v. Chr. |
Vroege bronstijd |
1.800-1.200 v. Chr. |
Midden-bronstijd, de tijd van de grafheuvels |
1.200-750 v. Chr. |
Late bronstijd, de tijd van de urnenvelden |
750-500 v. Chr. |
Vroege IJzertijd, Hallstatt |
500 v. Chr.-0 |
Late IJzertijd, La Tène |
Route 2. Van Wenen naar Szczecin - Brno en de Moravische Poort
Krom??íž
Vanuit Staré M?sto volgden reizigers de Morava verder stroomopwaarts door de Poort van Napajedla, zoals de engte in het rivierdal bij die plaats heet, om zo bij Krom??íŽ de onafzienbare vlakte te bereiken die ooit gevormd werd door de rivieren die er in de Morava uitmonden.
Met het stadsplein met de patriciërshuizen, het deftige stadhuis met de rechthoekige, van een omgang voorziene toren en met de arcadengaanderij rond het plein is Krom??íŽ een typisch Duits stadje. Maar eigenlijk is dat te beperkt. Stadspleinen met een stadhuis in het midden en rechthoekige, met een arcadengaanderij omzoomde marktpleinen en stadhuizen met torens komen per slot ook in West- en Zuid-Europa voor. Het is daarom beter om van een Europees stadsmodel te spreken dat in de latere middeleeuwen en in de renaissance ontstond. Maar waar is wel, dat dit type stad door Duitse kooplui en gildemeesters naar Moravië is gebracht. Een bijzonderheid van Krom??íŽ is, dat aan het plein ook het paleis lag: in Krom??íŽ hadden niet alleen de patriciërs het voor het zeggen. Zij moesten de macht delen met de ‘heer' van de stad, in dit geval de aartsbisschop van Olomouc (Olmütz), wiens zomerpaleis dit was.Route 1. Van Wenen naar Aquileia - Van Vrhnika naar Aquileia
Wie Vrhnika de rug toekeerde, nam daarmee tegelijk afscheid van Midden-Europa en bereidde zich erop voor om na een pittige en misschien ook spannende tocht in een andere wereld aan te komen, die van de Middellandse Zee.
De bergwegen tussen Vrhnika en de vlakte benoorden de Adriatische Zee vervulden van de oudste tijden af aan de functie van verbindingsschakel tussen noord en zuid. Al in de jonge bronstijd en de oude ijzertijd drukbereisd zou het er in de eeuwen daarna, in die dus van het Romeinse Rijk, alleen nog maar drukker worden. Maar ook in de eeuwen, zelfs in de millennia die aan de tijd van de metalen voorafgingen, waagden zich telkens nieuwsgierige mensen in deze streken.Hongarije en de barnsteenroute
Wie zich bezighoudt met de geschiedenis van Hongarije of meer in het algemeen met de samenlevingen die zich in het Karpatenbekken hebben ontwikkeld, merkt al gauw dat er telkens sterke banden waren die dit gebied met nabije of verder af gelegen streken verbonden.
Route 3. Van Olomouc langs de Elbe naar Jutland - Van Magdeburg naar Kopenhagen
Naar het noorden!
Wie weleens met een kompas op pad is geweest, herinnert zich, dat niet alleen de naald, wat je ook doet, hardnekkig het noorden opzoekt, maar ook, dat je wandelend en wel zelf vroeg of laat ook in de ban van het noorden raakt en eigenlijk het liefste de richting zou willen volgen die het bibberende pijltje wijst. Het noorden had die wonderlijke aantrekkingskracht ook vroeger al, in tijden toen er nog helemaal geen kompassen waren, in de eeuwen en millennia van de prehistorie, in de tijd dat zinderende steden in het Midden Oosten of het Middellandse Zeegebied de centra van de wereld waren. Alle wegen leiden naar Rome. Dat was in die tijd een gevleugeld woord. En niet voor niets. Maar wat gebeurde er als je vanuit Rome op pad ging? Waar kwam je dan terecht? Precies, in het noorden!Route 2. Van Wenen naar Szczecin - Van Wenen naar Staré M?sto
Naar de barbaren! Wie zich in de eeuwen van het Romeinse Rijk in Vindobona (Wenen), in Carnuntum of in een van de andere grensvestingen voorbereidde op de oversteek over de Donau, moet het, denkend aan die grote, vreemde wereld daar boven, weleens bang te moede zijn geweest. Wat voor paden of wegen zou hij er aantreffen, wat voor wilde dieren en vooral, wat voor mensen? Als die inboorlingen hem nu maar niet al te vijandig gezind zouden zijn en als ze nu maar bereid zouden zijn hem -in ruil voor een gepast geschenk uiteraard- te voeden en te laven! Hij zou er toch wel aan een paard kunnen komen, als dat nodig was? En hij zou toch niet, met of zonder rijdier in een onbewaakt moment overvallen, kansloos een koud mes of zwaard het lijf in voelen glijden? Zeker, een stoutmoedig koopman kon met een reis naar het noorden een vermogen winnen, maar hij kon ook alles verliezen!
Route 1. Van Wenen naar Aquileia - Sopron
Sopronk?hida
Van Schützen am Gebirge liep de route naar het mijndorp Sankt Margarethen (Szent Margitbánya).
De mijnen bevinden zich in een kalksteenmassief dat tussen het dorp en het meer in ligt. De firma's Kummer en Hummel hakken er nog altijd blokken steen uit de berg die een flink gat vertoont, want ook al bij Romeinse bouwers in deze streek was de zachte en makkelijk bewerkbare steen populair.Literatuur
* Bándi Gábor, Fekete Mária, A város születése. Szombathely z.j.
* Friedrich Behn, Uit de Europese prehistorie. Utrecht 1964
* Dr. C. Bergen, drs. M.J.L.Th. Niekus en drs. V.T. van Vilsteren (red.), Schatten uit het veen. Zwolle 2002
* Rajko Bratož, Il cristianesimo aquileiese prima di Costantino. Udine/Gorizia 1999
* J.A. Brongers en P.J. Woltering, De prehistorie van Nederland, economisch technologisch. Haarlem 1978
* Bronislaw Bilinski, Le vie dell'ambra, La Vistola e le carte geografiche di Tolomeo. In: Archeologia Polona, Warszawa 1958
* M. Buora en L. Plesni?ar Gec (red.), Aquileia Emona. Archeologia fra due regioni dalla preistoria al medioevo. Udine 1989
* Dr. J.J. Butler, Nederland in de bronstijd. Haarlem, 2de druk, 1979
* Grahame Clark, Algemene prehistorie. Utrecht 1963
* Werner Coblenz (red.), Arbeits- und Forschungsberichte zur sächsischen Bodendenkmalpflege. Band 5. Leipzig 1956
* Corinne Endlich (red.), Rad und Wagen. Der Ursprung einer Innovation. Wagen im Vorderen Orient und Europa. Oldenburg 2004
* Jan Filip (red.), Grossmähren, 1100 Jahre Staats- und Kulturtradition. Prag 1964
* J. Lesley Fitton, Peoples of the past. Minoans. Londen 2002
* Lud?k Galuška, Great Moravia. The Moravian Museum in Brno, zj
* Lud?k Galuška, Památník Velké Moravy. Uherské Hradišt? 2002
* Dietmar Gehrke, Archäologie und Heimatgeschichte im Landkreis Lüneburg. Lüneburg 2000
* Jørgen Jensen, The prehistory of Denmark. Londen, New York 1982
* Albrecht Jockenhövel en Wolf Kubach (red.), Bronzezeit in Deutschland. Hamburg, 2de druk 2000
* Jaroslav Klenovsky, Jewish monuments in Brno. Brno 1995
* Kristian Kristiansen, Europe before history. Cambridge University Press 1998
* Herbert Kühn, De opgang der mensheid. Utrecht 1959
* Mayer László, Tóth Kálmán (red.), Régészeti kutatások Vas megyében. Szombathely 1993
* Vladimír Nekuda, Mähren im Mittelalter. Brno 1997
* Flaviana Oriolo, La strada per il Norico. Gorizia 2001
* Donald Preziosi, Louise Hitchcock, Aegean Art and Architecture. Oxford 1999
* G. Reineking v. Bock, Bernstein, Das Gold der Ostsee, Callwey Verlag München 1981
* Laura Ruaro Loseri (red.), Caput Adriae, La protostoria. Triëst z.j.
* Milan Salaš, Der urnenfelderzeitliche Hortfund von Polešovice. Brno 1997
* J. Schneider (red.), Vom Faustkeil bis zur Kaiserpfalz. 25 Jahre Bodendenkmalpflege im Bezirk Magdeburg. Magdeburg 1980
* M.A. Schwartz (vert.), Homerus Ilias en Odyssee. Amsterdam 1989
* Sta?a en Lumír Polá?ek (red.), Frühmittelalterliche Machtzentren in Mitteleuropa - mehrjährige Grabungen und ihre Auswertung. Brno 1996
* Szabó László (red.), Körmend története. Körmend 1994
* Marian Tumler, Der Deutsche Orden. Von seinem Ursprung bis zur Gegenwart. 5e druk.1992
* Leo Verhart, De prehistorie van Nederland. Amsterdam 1993
* Heinz-Joachim Vogt (red.), Archäologische Feldforschungen in Sachsen. Fünfzig Jahre Landesmuseum für Vorgeschichte Dresden. Berlin 1988
* Alasdair Whittle, Europe in the neolithic. The creation of new worlds. Cambridge 2002
* Z. Wozniak (red.), Kontakte längs der Bernsteinstrasse (zwischen Caput Adriae und den Ostseegebieten in der Zeit um Christi Geburt). Krakow 1996Route 3. Van Olomouc langs de Elbe naar Jutland- Van de Boheemse Poort naar Magdeburg
Door het Lausitz-gebergte
Alles wijst er op, dat de Elbe-nauwte zelf niet de enige en misschien zelfs niet eens de belangrijkste verbindingsweg tussen Bohemen en Saksen was. Reizigers vonden de Elbe op dit punt misschien wel te gevaarlijk. Ze werd in die tijd immers niet door keurige wegen begeleid, maar vulde de hele engte die daardoor bij hoog water min of meer onbegaanbaar werd. Het razende water bracht zoveel zand en kiezels aan land, dat de oevers van de Elbe tot Pirna aan toe voor bewoning totaal ongeschikt waren. Uit een boomstam vervaardigde boten of vlotten konden de nauwte misschien passeren, maar dan eigenlijk alleen maar stroomafwaarts.Route 1. Van Wenen naar Aquileia - Aquileia en omgeving
Aquileia
Als het even kon, knoopten de Romeinen, als ze nieuwe gebieden koloniseerden, bij de bestaande infrastructuur aan en kozen ze voor hun legioenen een legerplaats in of bij bestaande nederzettingen. Of dit ook het geval was toen ze Aquileia stichtten, was lange tijd een raadsel, zoveel sporen had de eeuwenlange welvaart uitgewist. Het enige houvast was eigenlijk de naam van de stad, een afleiding van de Keltische naam van de rivier die de Romeinen in Natissa zouden herdopen. Maar recente vondsten hebben een eind gemaakt aan de onzekerheid. Ze laten zien dat ter plekke van Aquileia al in de 8ste eeuw v. Chr. mensen woonden en dat de plek aan het water onafgebroken bewoond bleef tot de komst van de Romeinen. Aquileia was in de jaren voor de kolonisatie, zo blijkt uit die vondsten, niet zomaar een waterig aanslibsel of eventueel een nederig vissersdorp, maar een belangrijke haven, waar produkten uit de Povlakte, maar ook uit het Nabije Oosten verhandeld werden.Route 1. Van Wenen naar Aquileia - Van Szombathely over Ptuj naar Celje
- 1
- 2