Tweetalige artikelen - Geitennageltjes
Woensdag 10 juni 2009 - In samenwerking met (het deels tweetalige) Most Magyarul! Hongarije Magazine verschijnt het derde tweetalige artikel:
A kecskekörmök - Geitennageltjes.
A kecskekörmök A Balaton partján még ma is találhatók olyan apró kövek, amelyek nagyon hasonlítanak a kecskekörömhöz. Elmesélem, hogyan kerültek ezek ide.
|
____ |
Geitennageltjes Wie bij het Balatonmeer komt, kan ook vandaag de dag nog van die kleine steentjes vinden die heel erg lijken op de nagels van geiten. Ik zal jullie vertellen hoe die hier terecht zijn gekomen. Ooit, heel lang geleden woonde er aan de oever van het Balatonmeer een oude, duivelse vrouw. De vrouw bezat een prachtige kudde geiten, die een vacht hadden nog witter dan sneeuw en nog zachter dan zijde. Iedereen bewonderde de dieren en de vrouw werd daardoor hoogmoedig. Op een keer kwam er een beeldschoon meisje langs met haar geiten die ze aan de oever van het meer liet grazen. Het Balatonmeer beviel haar wel en zij besloot er te blijven. Toen de oude vrouw de geiten van het meisje zag werd ze jaloers, want de kudde van het meisje was veel mooier dan haar eigen kudde. De geiten van het meisje hadden gouden nageltjes en hun vacht glansde nog mooier dan de stralen van de zon. Dag en nacht zon de vrouw op een list om het meisje te gronde te richten en haar gouden geiten te bemachtigen. Het meisje had natuurlijk niets in de gaten en zat hele dagen en zelfs nog ’s avonds aan het meer en keek naar het water. Ze liet haar geiten ondertussen vrijelijk grazen. Op een avond haalde de oude vrouw haar zes ossen tevoorschijn en ploegde een diepe voor tussen het meisje en haar kudde. De vrouw moet wel met de duivel onder een hoedje spelen want die geul was zo breed en diep, die kon niet door mensenhanden zijn getrokken. Daarna stak er een geweldige storm op, de golven van het Balatonmeer sloegen op de kust en vulden de diepe geul met water. Het meisje schrok en liep heen en weer, maar kon niet bij haar geitjes komen want ze was omsingeld door het water. En opeens vormden de golven een draaikolk en sleurden het meisje het water in. „Geitjes, allerliefste geitjes van me” riep het meisje en ging kopje onder. De duivels vrouw was blij en leidde gauw de gouden geiten naar haar eigen kudde. Maar de geitjes hoorden het meisje roepen en gingen op het geluid af. De oude vrouw ging weer achter de geitjes aan en de geiten van de vrouw volgeden haar weer. Toen de vrouw bij de geul aankwam stortten de gouden geitjes zich in het water en verdronken. Toen zag de vrouw haar eigen geiten komen. „Terug”, schreeuwde ze, „terug!” Maar het was vergeefs want een reusachtige golf sleurde ook haar geiten én de vrouw met zich mee de diepe geul in en van de geul het Balatonmeer in. Zo is het lang geleden gebeurd. Van de geiten van de vrouw en de gouden geitjes van het meisje zijn alleen nog maar de versteende nageltjes over...
|
>>>> Tekstbewerking | Zsuzsanna Pál |
>>>> Vertaald door | Edwin van SChie |
>>>> Illustraties | Merel Dekker |
>>>> Verschenen in |
Tijdschrift Most Magyarul! |
Meer sprookjes, tweetalige artikelen, cultureel-toeristische informatie en artikelen | |
|
www.mostmagyarul.nl |