Hongarije, IMF, EU: tussenstandje
Woensdag 1 februari 2012 - In principe komen er aanpassingen in de Hongaarse wetten waarvan de EU en het IMF vinden dat ze niet overeenkomen met de regels. Pas als dat is gebeurd kan er verder onderhandeld kan worden over kredietverleningen.
Premier Viktor Orbán en de minister zonder portefeuille Tamás Felligi, die de onderhandelingen voor Hongarije met het IMF en de EU moet leiden, hebben de afgelopen weken uitgebreid rondgereisd en gesproken met bankdirecteuren, adviseurs en politici in het buitenland en denken dat tegen eind maart alles wel is geregeld. Intussen worden de wetten bekeken en onderzocht op hoe die aan te passen. Het is een stukje stiller in de economische internationale pers, het geschreeuw tussen de betrokken partijen gedurende de maand januari lijkt verstomd. Maar op de achtergrond wordt druk gerekend, begroot en nagedacht. Minister van Economische Zaken György Matolcsy is opnieuw de weinige centen aan het tellen, en premier Orbán doet af en toe nog een kribbige uitspraak.
Voor het IMF is het vooral de centrale bankwet die anders moet, voor de EU gelden nog twee andere nieuwe wetten als niet toelaatbaar. Die wetten betreffen de Hongaarse rechterlijke macht en de wet voor data en privacy. Hoewel Orbán en Fellegi er vanuit gaan dat er geen vuiltje meer aan de lucht is, eind februari moeten de aanpassingen gerealiseerd zijn, is de race nog niet gelopen. Niet op alle punten wil Orbán toegeven. Zo wil het IMF dat een nieuwe directeur van de Nationale Centrale Bank geen eed op de grondwet hoeft af te leggen, Orbán wil dat wel. Ook de hoogte van het loonplafond voor leidinggevenden bij de bank is een struikelblok. De EU wil dat de bank vrij is om daarover zelf te beslissen, Orbán vindt dat in deze tijden van crisis juist bezuinigd moet worden. Dat zijn maar kleine punten in de onderhandelingen, maar het geeft aan dat Orbán niet zomaar over stag gaat. Verder willen volgens verschillende bronnen het IMF en de EU de in 2011 ingevoerde vlaktaks laten aanpassen, omdat die uiteindelijk niet gunstig heeft uitgepakt voor de lage lonen. Dat kan nog een pittige klus worden voor de Hongaarse regering en zal ook niet zomaar worden uitgevoerd. Maar Hongarije gaat er toch vanuit dat er verder geen voorafgaande voorwaarden gesteld worden. 'We zijn er klaar voor', aldus een woordvoerder van de regering. Europees Commissaris Oli Rehn ziet dat anders. 'Zolang niet wordt voldaan aan het verzekeren van de onafhankelijkheid van de Nationale Centrale Bank en een normale gang van zaken binnen de rechterlijke macht, gaan we niet met Hongarije aan tafel zitten.'
Premier Orbán wil de wet waardoor de pensioenleeftijd voor rechters verlaagd word van 70 naar 62 jaar niet aanpassen. Op die maatregel is vanuit het Europees Parlement veel kritiek gekomen, het zou de regering de mogelijkheid geven om oude ervaren rechters de deur te wijzen en nieuwe, meer regeringsgezinde rechters te benoemen. Het kan een snelle schoonmaakactie zijn om hen die nog voor de omwenteling van 1989 op hun post kwamen eruit te werken, een stapsgewijze afvloeingsregeling is namelijk niet bedacht. Door deze wet gaan enkel de rechters vroeger met pensioen, terwijl door de nieuwe arbeidswet per 2012 de pensioenleeftijd voor werknemers bij de meeste overheidsdiensten zoals de politie, brandweer, vuilnisverwerking en het onderwijs juist is verhoogd.
>>>> | TdS |