Europese subsidies: graantje meepikken van EU-cohesie

Donderdag 8 mei 2008 - Tot 2013 is voor het regionale beleid van de EU, via de cohesie- en structuurfondsen, ongeveer 347 miljard euro beschikbaar om grote economische en sociale verschillen tussen regio’s in de EU-landen te verkleinen. Deze subsidies bieden veel kansen voor Nederlandse bedrijven, maar let wel: vanwege de complexe regels is Europees geld geen easy money.
Wilt u als Nederlandse ondernemer een graantje meepikken van deze Europese gelden, dan moet u naar landen als Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Polen, Slovenië, Slowakije, Tsjechië, Bulgarije, Roemenië, Portugal, Spanje, Griekenland, Cyprus en Malta.

Lokaal registreren
Het grootste verschil voor Nederlandse ondernemers voor en na januari 2007 is volgens Laura Trofin, cohesiespecialist van NEA/Panteia (een groep ondernemingen gespecialiseerd in beleidsonderzoek, -advisering en marktonderzoek), echter dat niet langer de Europese regelgeving, maar de lokale wetgeving van toepassing is op de aanbestedingen. "Om in aanmerking te komen voor Europese fondsen moet u nu bijvoorbeeld in een land als Roemenië uw documentatie en aanvraag in het Roemeens indienen. Bovendien, met uitzondering van consultancybedrijven, moet een bedrijf zich lokaal laten registreren", aldus Trofin.
Dit maakt het er volgens Trofin voor buitenlandse ondernemers niet makkelijker op om de juiste weg naar deze subsidies te vinden. Veel bedrijven raken dan ook de weg kwijt in het groeiende woud van regels en eisen die per regio en land kunnen verschillen.

Goede adviseur is must
"Een goede adviseur of lokale partner die de taal spreekt, de juiste wegen kent en de contacten onderhoudt met lokale uitvoeringsinstanties van de Europese fondsen, is dan ook van cruciaal belang om de aanvraag te faciliteren. Zonder kunt u niet functioneren", zegt Trofin.
Daarnaast is het van belang na te gaan of de sector waarin u als Nederlandse ondernemer actief bent, ook daadwerkelijk een aandachtsgebied is in het land waar u zaken wilt doen. "Er zijn weliswaar veel mogelijkheden, maar niet iedereen kan geld krijgen", aldus Trofin. "Een project moet tenslotte aan bepaalde kenmerken en doelstellingen voldoen. Bovendien zijn EU-subsidies bedoeld als een aanvullende subsidie, dus deze financieren niet alles, maar slechts 50 tot 90 procent."

Kansen
Desalniettemin zijn de kansen voor Nederlandse ondernemers talrijk. Vooral in de nieuwe EU-lidstaten biedt de uitdaging de economie te upgraden naar EU-niveau kansen in vrijwel alle sectoren. Met name op het gebied van transport, milieu, landbouw, ICT, infrastructuur, technische assistentie, werkgelegenheid, onderzoek en ontwikkeling kunnen Nederlandse bedrijven volgens Trofin toegevoegde waarde bieden.