Oost-Duitse familie (deel 1)
door Frits Niessen
Zij hadden toestemming (een ‘visum') van hun regering nodig met alle mogelijke beperkingen.
Zo werd in de visa bepaald naar en door welke landen ze mochten gaan, hoe lang ze weg mochten blijven en hoeveel geld ze per dag mochten uitgeven. Alle reis en financiële beperkingen werden door de zogenaamde Warschaupact landen gerespecteerd en maakte niet alleen dat die DDR-burgers weinig anders dan terug naar huis konden, maar ook, dat de Oost-Duitsers die in Hongarije hun in het westen levende families wilden ontmoeten, vrijwel altijd op kosten van die familieleden leefden. Om te voorkomen dat Oost-Duitsers via Hongarije het regime zouden ontvluchten mochten maar zelden hele families met elkaar op vakantie. Het was of de man, of de vrouw, maar zelden samen met hun kinderen en dat mochten ze al helemaal niet wanneer het om jonge gezinnen ging die in de kracht van hun leven stonden.
Wij waren daarom onwaarschijnlijk verbaasd, toen op een goeie zaterdagmiddag - 19 augustus 1989 - bij ons op de camping bij Budapest een gloednieuwe Oost-Duitse Lada stationwagen arriveerde met een jong echtpaar en hun zoontje. De campingeigenaar vroeg hen ernaar. Het bleek dat zij werkten beide als brave Oost-Duitsers ergens in de buurt van Dresden in een partij-vriendelijke bibliotheek. Desondanks was het ook voor hen de eerste keer dat ze samen voor 9 dagen over de grens mochten. De auto was van een van hun ouders, die hem 18 jaar eerder had besteld en betaald. Er stond 1.800 kilometer op de teller. Als wij ons goed herinneren, was hij 26 jaar, zij was 24 jaar en hun zoontje was 5 jaar. Een tent of zo hadden ze niet. Slapen deden ze in hun stationcar.
's Avonds bij de Oostenrijkse nieuwsberichten stond iedereen stijf van verbazing: vlak bij de grensplaats Sopron was midden in het land, met medeweten van Hongaarse en Oostenrijkse grenssoldaten, schrikdraad weggeknipt en was door Oostenrijkers en Hongaren een feestelijke Paneuropese' picknick gehouden. Omdat verder toezicht ontbrak waren zo'n 300 tot 350 hoofdzakelijk Oost-Duitsers naar Oostenrijk gegaan en werden daar goed ontvangen. De volgende dag werd het nieuws ook in Hongarije bekend gemaakt en steeds meer Oost-Duitsers probeerden via de zogenaamde ‘groene' grens Oostenrijk te bereiken. Niet alleen aan de grens kozen de Oost-Duitsers het groene hazenpad, maar ook met hun auto's werden vergeefs pogingen ondernomen, en als dat niet zomaar lukte, klommen ze over de omheining bij de West-Duitse ambassade in Budapest. Toen de situatie daar onhoudbaar werd, werd door humanitaire en kerkelijke hulpdiensten kampen ingericht waar de Oost-Duitsers werden opgenomen.
In de tweede aflevering kunt u lezen hoe ‘ons' jonge paar zich een weg naar ‘het vrije westen' zoekt.