Oud-staatssecretaris Dzsingisz Gábor ontvangt Hongaarse onderscheiding

Maandag 23 oktober 2006 - In een besloten bijeenkomst, georganiseerd door de Hongaarse Ambassade in Den Haag, stond de Nederlandse politiek vandaag, temidden van het werk van de Nederlandse grafisch kunstenaar Escher, in het Haagse Escherhuis stil bij de Hongaarse opstand van 1956.

De bijeenkomst droeg het karakter van het stilstaan bij een ‘gewonnen opstand’, zoals van oud-staatssecretaris Dzsingisz Gábor van Landbouw eerder sprak in een televisie-interview door Maartje van Weegen. Gábor gaf daarbij aan dat de Hongaren in 1956 helaas slechts vier dagen van de vrijheid hebben kunnen genieten en dat ze vervolgens tot 1989 hebben moeten wachten op het definitief afwerpen van het communistische juk.

Eerder op de dag was minister-president Balkenende te gast bij de herdenkingen in Budapest.

De bijeenkomst van de Hongaarse Ambassade werd bezocht door de voorzitter van de Tweede Kamer, de heer F. Wijsglas, enkele kamerleden, diplomatieke vertegenwoordigers en de ambassadeurs van onder andere Duitsland, Groot-Brittannië en Japan. Tevens was een vertegenwoordiging van de Hongaarse gemeenschap in Nederland uitgenodigd.

Nadat enkele prominente Hongaren tijdens een bijeenkomst in Rotterdam afgelopen zondag al een onderscheiding van de ambassadeur in ontvangst mochten nemen, was het gisteren de beurt aan Gábor. Hij ontving van de ambassadeur een onderscheiding zoals toegekend door president László Sólyom.