Ramp voor de een, pret voor de ander
Maandag 7 juni 2010 - Terwijl in het noordoosten en vele andere regio's van Hongarije met man en macht wordt gewerkt om dijkdoorbraken te voorkomen, duizenden mensen te evacueren naar droger gelegen gebieden en ontelbare huizen te beschermen tegen het wassende water, werd gisteren in Boedapest het stijgende water vooral gebruikt om de zondagmiddag mee te verpozen. Eindelijk scheen de zon en was het lekker warm na weken van regen en veel te lage temperaturen. Dus dat betekende pootjebaden aan de oevers waar normaal het razend autoverkeer langs dendert en ontspannen wandelen over de hoger gelegen tramrails van lijn 2.
Zelfs hondjes en hun baasjes konden van opwinding niet droog blijven. Het leek net alsof de zee gistermiddag zomaar een nieuw strand had gevonden, midden in Hongarije.
Dat er iets ten noorden langs de Donau huizen en gebouwen zijn ondergelopen, sommige straten onbegaanbaar zijn en bewoners hun huizen hebben moeten verlagen, dat mocht de waterpret van de zondagstoerist niet drukken. En inderdaad, omdat de wegen langs de Donau op kadehoogte onder het water zijn verdwenen is het in het centrum van Boedapest voor de wandelaar een stuk rustiger als normaal. De lucht ruikt er zelfs fris. Gisteren had het waterpeil het hoogste punt nog niet bereikt, dat wordt vanavond verwacht en zal rond minimaal 820 centimeter hoog komen te staan. In 2006 was er ook een overstroming, toen stond het waterpeil op 860 centimeter.
De waterpolitie heeft er een flinke dobber aan. Die vaart langs de oevers om mensen te waarschuwen niet te ver het water in te gaan. Er zijn verraderlijk glooiende taluds en het water stroomt erg snel. Tramlijn 2, die langs de Donau voert, is maar voor een gedeelte te gebruiken. Bij onderdoorgangen onder bruggen, zoals bij de Lánchíd, stroomt het water door de afscheidingsmuren door scheuren heen de tunnel in. Het is de vraag hoe lang de afscheidingsmuur het nog zal houden omdat de druk van het water groot is.
Maar het hoge water in Boedapest is niets vergeleken met dat in het noordoosten van Hongarije. Vlakbij de stad Miskolcs is de situatie het ergst. Honderden mensen zijn daar in de laatste dagen uit de omringende dorpjes geëvacueerd en vinden onderdak in scholen en sporthallen. Felsőzsolca en Szikszó staan bijna volledig onder het water. Daar wordt het dagjestoerisme ook beschouwd als ramptoerisme en de politie heeft er de handen vol aan om niet helpende handen weg te leiden van de gebieden waar de nood het hoogst is. In Edelény en Szendrő is sinds vanmorgen eindelijk te zien dat het waterpeil licht aan het dalen is en het water via de straten langzaam terugstroomt naar de rivierbeddingen.
De Nederlandse Karin Gábor en Michel Daenen die in Hongarije wonen zijn een inzamelingsactie begonnen voor de slachtoffers in Noord-Oost Hongarije. Lees hier hun oproep.
>>>> TdS |