Nascholingsconferentie over Hongaarse Opstand: niet alles zwart-wit
Dinsdag 4 oktober 2016 - Tijdens de door docenten en studenten geschiedenis drukbezochte nascholingsconferentie op 28 september in Zwolle over Hongarije en de Opstand van 1956 werden er meerdere lezingen gehouden. De lezing van universitair docent Geschiedenis van de Internationale Betrekkingen Laurien Crump-Gabreëls over de rol van de Sovjet-Unie en het Warschaupact en die van historicus en politiek analist Ivo van de Wijdeven over de vergelijkingen die tussen toen en nu te maken zijn gaven een bijzondere nieuwe kijk op dit thema. Hun conclusie is dat niet alles zo zwart-wit lag, én ook nu niet ligt, zoals we vaak denken. En Dorottya Baczoni van het House of Terror Museum in Boedapest ging in op hoe er in Hongarije nog steeds gezocht wordt naar de maatschappelijke en politieke betekenis van 1956 in de Hongaarse geschiedenis.
Maar de gedichten die Erzsi Könyves voordroeg, als kind van veertien jaar oud vocht ze mee tijdens de opstand waarna ze moest vluchten, en de vertoning van de documentaire die door de EO over haar gemaakt werd in 2006, raakte het publiek misschien nog wel het meest. Helaas is deze documentaire niet meer op internet te bekijken. Maar wat er ik er in ieder geval uit op kon pikken is dat de grens tussen goed en kwaad heel dun is en dat de spontane keuze voor een jeugdliefde iets heel anders heeft gebracht dan waar Ezsi in die dagen in oktober 1956 op hoopte.
Uit de lesmodule (copyright Atlantische Commissie) over de Opstand van 1956:
'Erzsi Könyves is 14 jaar oud als ze begin 1957 aankomt in Nederland. Ze is gevlucht uit Hongarije, nadat ze een paar maanden daarvoor heeft meegevochten in de Hongaarse Opstand. Op 23 oktober doet Erzsi mee aan de massale demonstratie in Boedapest. “Het voelde als een soort roes.” Als de Sovjets op 4 november 1956 terugkeren in Boedapest raakt Erzsi betrokken bij het verzet. Ze ziet hoe leden van de Hongaarse geheime politie worden gelyncht en hoe het verzet Russische tanks aanvalt met molotovcocktails. Tijdens de opstand ontmoet Erzsi Gergő, op wie ze verliefd wordt.'
In de documentaire vertelt Erzsi hoe zij samen met hem tegen de Sovjets vocht, waarbij Gergő omkomt en zij in december, op aanraden van haar schooldirecteur, wist te vluchten. Een vlucht die zij ondanks de mijnenvelden waar zij doorheen moest om bij de Oostenrijkse grens te komen heeft overleefd. Erzsi volgde kunstopleidingen in Nederland en schildert nog steeds.
Deze nascholingsconferentie werd georganiseerd door de Atlantische Commissie, de Christelijke Hogeschool Windesheim, de NHL Hogeschool en de Hongaarse Ambassade.
>>>> Ivo van de Wijdeven houdt op 28 oktober van 14.30 tot 15.30 ook een lezing over dit thema: ‘Wat leert de vluchtelingenopvang van 1956 ons?’ Meer over deze lezing, die gehouden wordt in het kader van de expositie Herinneringen aan de Opstand op: Bibliotheek aan de Vliet te Voorburg.
>>>> Tom de Smet