Vastgevroren
Woensdag 12 juli 2006 - Mensen bij ons in het dorp hebben twee Hongaarse komodors, enorme witte honden met een vacht van lange dreadlocks. Deze exemplaren hebben een buitengewoon onverzorgde vacht. Ze lopen altijd luid blaffend mee als je langs hun hek loopt en stinken een uur in de wind. Het ras schijnt ooit met de eerste Hongaren mee uit Azië te zijn gekomen. Vroeger deden ze vooral als herdershonden dienst, tegenwoordig als waakhonden. Dat betekent dat ze, net als veel andere Hongaarse honden, buiten leven. Maar in tegenstelling tot sommige pieterige vuilnisbakkemodelletjes die je soms aan een ketting manmoedig het erf ziet bewaken, is de komodor een hond die buiten moet leven.