Orbán niet blij met sancties tegen Rusland
Maandag 1 september 2014 - 'De Europese Unie drijft af van Rusland, en dat is niet alleen schadelijk voor Hongarije, maar voor de gehele EU', aldus premier Viktor Orbán in zijn speech op de bijeenkomst van Hongaarse diplomaten eind augustus. Orbán: 'Hongarije zal trachten om samen met andere EU-landen dit proces van afscheiding te vertragen en zelfs te stoppen.' In binnen-en buitenlandse media en door de Hongaarse oppositie worden deze uitspraken uitgelegd als het doelbewust vormen van een pro-Russisch blok binnen de EU. Orbán heeft zijn diplomaten opgeroepen om actief te gaan lobbyen tegen de Europese sancties en voor dictaturen in het oosten, zo wordt gezegd.
Alle landen binnen de Europese Unie ondervinden schade van de sancties en de boycot op Europese producten van Rusland die daarop volgde. De Europese Unie heeft gezamenlijk besloten tot deze sancties, de gevolgen ervan dienen dan ook samen te gedragen te worden in goed overleg. Elk land is nu hard aan het werk om op nationaal niveau de schade te beperken, maar ook in Europees verband wordt naar oplossingen gezocht. Hongarije, een land dat volgens de huidige regering juist een enorme economische groei doormaakt en de spil van Midden-Europa belooft te worden (hoewel dat door de voormalig vice-gouverneur van de Nationale Bank van Hongarije Zoltán Bodnár, zoals te lezen valt in het artikel 'Hungary needs a miracle' op The Budapest Beacon, aardig wordt gerelativeerd) zit niet te wachten op een terugval in de wel degelijk wankele economie.
De Slowaakse premier Robert Fico en die van Tsjechië, Bohuslav Sobotka, blijken volgens journalist József Szilvássy in zijn bericht in het linkse dagblad Népszabadság, in dezelfde richting te denken als Orbán. Zij voelen niet zozeer de militaire dreiging van Rusland, zoals Polen en de Baltische Staten, maar vooral de economische schade voor hun land. Stel dat zij ook dezelfde pro-Russische politieke visie hebbenals Orbán, eind juli hield hij een speech waarin hij pleitte voor het 'illiberalisme' met als voorbeelden de politieke systemen in landen als Turkije, Singapore en Rusland (zie ook: Pici Putin, 7 augustus 2014) dan is er op dit moment letterlijk en figuurlijk midden in Europa een splijtzwam aan het groeien.
Zowel Hongarije, Slowakije en Tsjechië zijn lid van de V4 landen, een economisch en politiek samenwerkingsverband onder de naam de 'Visegrád Groep'. Maar ook Polen (wel voorstander van sancties) met een soortgelijke geschiedenis onder het juk van de Sovjet-Unie als de andere drie, is er lid van. De Poolse premier Donald Tusk is echter nu gekozen als president van de Europese Unie. Of die keuze positief zal uitpakken in het conflict tussen Europa en Rusland met betrekking tot Oekraïne, er zijn zowel voor- als tegengeluiden te horen, is niet te voorspellen. Binnen de V4 mag Tusk met zijn diplomatieke kwaliteiten, en zijn hoge status ten opzichte van de drie andere premiers nu, alvast gaan proberen om het een en ander op één lijn te krijgen.
>>>> Bron: diverse media
>>>> TdS
Alle landen binnen de Europese Unie ondervinden schade van de sancties en de boycot op Europese producten van Rusland die daarop volgde. De Europese Unie heeft gezamenlijk besloten tot deze sancties, de gevolgen ervan dienen dan ook samen te gedragen te worden in goed overleg. Elk land is nu hard aan het werk om op nationaal niveau de schade te beperken, maar ook in Europees verband wordt naar oplossingen gezocht. Hongarije, een land dat volgens de huidige regering juist een enorme economische groei doormaakt en de spil van Midden-Europa belooft te worden (hoewel dat door de voormalig vice-gouverneur van de Nationale Bank van Hongarije Zoltán Bodnár, zoals te lezen valt in het artikel 'Hungary needs a miracle' op The Budapest Beacon, aardig wordt gerelativeerd) zit niet te wachten op een terugval in de wel degelijk wankele economie.
De Slowaakse premier Robert Fico en die van Tsjechië, Bohuslav Sobotka, blijken volgens journalist József Szilvássy in zijn bericht in het linkse dagblad Népszabadság, in dezelfde richting te denken als Orbán. Zij voelen niet zozeer de militaire dreiging van Rusland, zoals Polen en de Baltische Staten, maar vooral de economische schade voor hun land. Stel dat zij ook dezelfde pro-Russische politieke visie hebbenals Orbán, eind juli hield hij een speech waarin hij pleitte voor het 'illiberalisme' met als voorbeelden de politieke systemen in landen als Turkije, Singapore en Rusland (zie ook: Pici Putin, 7 augustus 2014) dan is er op dit moment letterlijk en figuurlijk midden in Europa een splijtzwam aan het groeien.
Zowel Hongarije, Slowakije en Tsjechië zijn lid van de V4 landen, een economisch en politiek samenwerkingsverband onder de naam de 'Visegrád Groep'. Maar ook Polen (wel voorstander van sancties) met een soortgelijke geschiedenis onder het juk van de Sovjet-Unie als de andere drie, is er lid van. De Poolse premier Donald Tusk is echter nu gekozen als president van de Europese Unie. Of die keuze positief zal uitpakken in het conflict tussen Europa en Rusland met betrekking tot Oekraïne, er zijn zowel voor- als tegengeluiden te horen, is niet te voorspellen. Binnen de V4 mag Tusk met zijn diplomatieke kwaliteiten, en zijn hoge status ten opzichte van de drie andere premiers nu, alvast gaan proberen om het een en ander op één lijn te krijgen.
>>>> Bron: diverse media
>>>> TdS