Oost-Duitse familie (deel 2)
Dinsdag 19 mei 2009 - In de eerste aflevering heeft u kunnen lezen hoe een jong stel uit de DDR in 1989 op vakantie kwam in Hongarije en zich uiteindelijk via het zojuist geopende IJzeren Gordijn een weg naar ‘het vrije westen' zoekt.
Tweedelige serie over één van de eerste DDR-inwoners die in 1989 via de ‘Hongaarse route' naar West-Duitsland wisten te ontkomen.
door Frits Niessen
‘Ons' jonge paar kreeg het natuurlijk ook benauwd, maar zonder hun nieuwe auto was er geen denken aan dat ze zouden vertrekken. Na twee dagen probeerden ze het natuurlijk wel. Gewoon over de weg. Maar ze werden terug gestuurd. Iedereen probeerde ze te helpen. Ze kregen benzine voor nieuwe pogingen, Ze kregen eten voor onderweg en ze kregen wegenkaarten om alternatieve routes te zoeken en uiteindelijk werd het een sleur: 's middags gingen ze en 's nachts kwamen ze weer terug. 's avonds gingen ze en 's morgens waren ze weer terug en ze werden steeds zenuwachtiger, want de 9 dagen dat ze weg mochten blijven waren op een gegeven ogenblik al verstreken en de gevolgen kenden ze: als ze niet, of niet op tijd, terug kwamen waren ze strafbaar en als ze langer weg zouden blijven zou hun huis en eigendommen worden geconfisqueerd.
Een oplossing werd aangedragen door een professor uit Graz. Die stelde voor, dat het stel bij hem in de camper mee zouden rijden. Niet rechtstreeks, maar via Joegoslavië. Veel Oostenrijkers gingen immers via Hongarije (voor hun vakantie boodschappen) richting Turkije of Griekenland en terug naar Graz ging vanuit Griekenland en Turkije rechtstreeks. Hun auto zou dan door iemand achterna moeten worden gebracht. Die iemand zou ik zijn en ik zou pas vertrekken wanneer het stel veilig in Graz was aangekomen.
In de avond na hun vertrek belden ze al op. Ze waren in Graz nadat het bijna fout was gegaan. Voor de Joegoslavische grens waren ze in de banken van de Oostenrijkse camper gekropen. De Oostenrijker had ze nog netjes met dekens toegedekt zodat ze niet te zien waren. Het jongetje dicht tegen zijn moeder aan. De grenssoldaat die de papieren controleerde wilde ook in de camper kijken en zelfs in de banken. Toen de banken open waren maakte hij een paar politieke grapjes: hij hield zijn hand boven de ene open bank en zei: ‘Eins DDR' en hield zijn hand boven de ander open bank en zei: ‘Zwei DDR... Gute Fahrt'.
Volgens afspraak hebben wij in Budapest de Lada onder handen genomen. Alles wat aan de DDR herinnerde moest er vanaf. Tot zelfs het labeltje voor olieverversen en natuurlijk de kentekenplaten. Met mijn Nederlandse kentekenplaten, autopapieren en alleen mijn paspoort en rijbewijs gingen we 's nachts in de richting van een rustige arbeidersgrens om tussen het werkverkeer naar Oostenrijk te gaan. Ik zat alleen in de Lada en de campingeigenaar en zijn vrouw reden met de oorspronkelijke Oost-Duitse kentekenplaten en autopapieren achter mij aan. Zonder enige moeite passeerde ik de grens, maar de campingeigenaar moest - dat zag ik in mijn spiegel - stoppen en uitstappen. Zijn vrouw was zo door emoties overmand dat zij naast de auto in elkaar zakte en overeind geholpen moest worden. Uiteindelijk heeft het Oost-Duitse echtpaar zich als eerste met hun eigen auto bij het West-Duitse consulaat aangemeld en waarschijnlijk begrijpen ze daar nog steeds niet hoe die ene Oost-Duitser met DDR Lada in Graz kon komen.
Een goed half jaar later, in het volgende voorjaar kwamen ze weer aan in Budapest. Helemaal compleet met West-Duitse paspoorten en een gloednieuwe Audi 4. De Lada waren ze alweer helemaal vergeten. Werk hadden ze nog niet, maar wie daarom treurde ...?
Na het hoogseizoen kwam de man alleen terug. Werk had hij nog steeds niet, maar zijn Audi was nog altijd zijn trots.
En zijn vrouw? Ja, dat wist hij eigenlijk niet. Ze waren intussen alweer een paar maanden gescheiden...
Daarna hebben we nooit meer iets van ze gehoord.