Overzicht neerlandistiek aan de ELTE
Maandag 1 november 2010 - De geschiedenis van de studierichting Nederlandse taal- en letterkunde aan de Eötvös Loránd Tudományegyetem (ELTE-universiteit) gaat terug tot het jaar 1960, toen de eerste Nederlandse taallessen deel uitmaakten van de faculteit. De ontwikkeling van de vakgroep kreeg de eerste grote impuls in de jaren tachtig toen de officiële betrekkingen tussen Nederland en België enerzijds en Hongarije anderzijds intensiever werden. In die jaren kwamen de eerste gastdocenten uit Nederland naar Hongarije.
Sinds het begin van de jaren negentig vormt de vakgroep Nederlands een zelfstandig onderdeel van de faculteit Germanistiek, aanvankelijk onder de naam Centrum voor Neerlandistiek. Sinds 1994 kan aan de vakgroep het officiële internationale taalexamen voor het Certificaat Nederlands als vreemde taal worden afgelegd. In 2006 werd het bachelor-masterstelsel bij de studie Nederlands ingevoerd, en vanaf dit jaar werd de vakgroep Nederlands erkend.
Vanaf de oprichting in 1992 stond de vakgroep enkele jaren onder leiding van Erzsébet Mollay, die de eerste 'Nederlandse grammatica voor Hongaarstaligen' en later een Nederlands-Hongaars Woordenboek (2002) heeft samengesteld. In 1995 werd zij opgevolgd door Judit Gera, die tot op heden aan het hoofd van de vakgroep staat en die naam heeft gemaakt als vertaalster van Nederlandse literaire werken, als schrijfster van talrijke (studie)boeken en andere publicaties.
De vakgroep heeft veel andere belangrijke wetenschappelijke resultaten geboekt, zoals met name het onderzoek naar de werken van Huizinga. De medewerkers zijn bovendien gerenommeerde vertalers van Nederlandstalige literatuur. Verder werkt de vakgroep nauw samen met de afdelingen Neerlandistiek van de Károli Gáspár Református Egyetem in Boedapest en die van de Universiteit Debrecen (zoals bijvoorbeeld met studiedagen en boekpresentaties) en met universiteiten in Nederland. In Hongarije is de ELTE de enige universiteit die de mogelijkheid biedt een promotieopleiding (PhD) in de Nederlandse taal- en letterkunde te volgen.
Meer over de vakgroep Nederlands
De vakgroep Nederlands (vroeger ook wel Centrum voor Nederlandse Studies genoemd) bestaat sinds 1992 en maakt deel uit van het Instituut voor Germaanse Studies. Terwijl vroeger het accent van de opleiding op taalverwerving en taalkunde lag, heeft het studieprogramma zich nu tot een volwaardige taal- en cultuurstudie ontwikkeld.
Het hoofddoel van de vakgroep is om de Nederlandse taal, literatuur en cultuur te onderwijzen en te onderzoeken. Het gaat om de taal, cultuur en literatuur van twee landen: Nederland en Vlaams België. Aan het eind van deze vijfjarige studie wordt van de studenten verwacht dat zij een scriptie schrijven en een slotexamen afleggen.
Sinds 2006 is het Bachelorprogramma ook hier ingevoerd en duurt drie jaar. Nadat de studenten aan het eind van het derde jaar hun scriptie hebben geschreven en het slotexamen hebben voltooid, verkrijgen ze een Bachelordiploma in de Nederlandse taal- en letterkunde. Voor degenen die graag na hun studie Nederlandse les willen geven, bestaat ook de mogelijkheid een lerarendiploma te halen. Het Masterprogramma is vanaf 2009 ingevoerd en duurt 2 jaar. De opleiding kan ook als een Minor worden gevolgd. MA voor lerarenopleiding moet nog geaccrediteerd worden.
De studie Neerlandistiek bestaat uit de volgende onderwerpen:
Taalkunde: geschiedenis van de Nederlandse taal, descriptieve grammatica, lexicologie en lexicografie |
Literatuurgeschiedenis van de Lage Landen vanaf de middeleeuwen tot nu. |
Cultuur van de Lage Landen. |
Geschiedenis van de Lage Landen. |
Kunstgeschiedenis in de Lage Landen. |
Taallessen in de praktijk: spreken, schrijven, corresponderen, vertalen. |
Vaardigheden in het lesgeven van Nederlands. |
De docenten die werkzaam zijn aan de vakgroep houden zich ook bezig met onderzoek. Dr. Erzsébet Mollay (sinds 2009 met pensioen) onderzocht de theoretische aspecten van lexicografie. Dr. Judit Gera doet vergelijkend onderzoek op het gebied van Nederlandse kunst en cultuur. Daarnaast houdt zij zich ook bezig met culturele analyse. Het onderzoeksveld van dr. Krisztina Törő is migrantenliteratuur in België. Dr. Orsolya Réthelyi heeft haar proefschrift over Maria van Hongarije (1505-1558) en het koninginnenhof geschreven. Tegenwoordig onderzoekt zij de interactie tussen het vorstelijke hof en de stad in de vroegmoderne periode, met aandacht op ceremonieel en literaire productie. Dr. Orsolya Varga houdt zich bezig met vergelijkende vertaalgeschiedenis. Drs. Roland Nagy is bezig met zijn proefschrift over Nederlandse fonetiek.
'Papers in Dutch studies' is een serie publicaties afkomstig van de vakgroep Nederlands. Dit is een van de fora waar de leden van de vakgroep hun wetenschappelijke bevindingen op uitbrengen. Vertalingen en andere publicaties zijn zowel al in literaire en culturele tijdschriften als in boekvorm verschenen.
Nederlandse literatuur maakt deel uit van het PhD onderwijs aan de ELTE. De vakgroep Nederlands begeleidt een aantal studenten die hun PhD aan het doen zijn op het gebied van moderne literatuur.
De vakgroep maakt ook gebruik van een elektronische maillijst, die ervoor bedoeld is om het persoonlijke contact te vergemakkelijken, informatie uit te wisselen en te verspreiden voor diegenen, die geïnteresseerd zijn in de studie Nederlands en op de hoogte willen worden gehouden van Vlaamse en Nederlandse culturele activiteiten in Hongarije.