Onderdoorgangen vrij van daklozen
Dinsdag 16 november 2010 - István Tarlós, de nieuwe burgemeester van Boedapest, wil de onderdoorgangen in de stad - vooral doelend op die bij metro- en treinstations - voor 15 december op orde hebben. Deze orde waarover hij spreekt, betekent dat ze vrij van zwervers en daklozen moeten zijn. Hoewel hij bezig is om een plan op te zetten om daklozen beter op te vangen en te huisvesten, is dit slechts een aanpak voor de korte termijn.
Begin november liet Tarlós weten dat het moet gebeuren om te voorkomen dat veel daklozen onderkoeld raken of sterven. Maar het gaat er ook om dat deze onderdoorgangen niet meer gebruikt worden door de zogenaamde 'bewust op straat levende' daklozen en zwervers. Zoals hij zei: "Dit wordt gedaan zodat de veiligheid in de stad toeneemt en omdat gedurende de winter de verzorging voor deze ongelukkige mensen in direct gevaar dreigt te komen." Dat er met ferme hand geveegd gaat worden blijkt uit de volgende uitspraak: "Wie ondanks de voorwaarden om veiligheid te verkrijgen soms zelfs op agressieve wijze probeert trouw te blijven aan het leven in de onderdoorgangen plaatst zichzelf daarmee opzettelijk buiten de wet. Met hen zullen wij handelen zoals we gewend zijn te handelen met een zichzelf opzettelijk buiten de wet plaatsende."
Er zal moeten worden nagedacht over uitbreiding naar een gezondheidscentrum waar 24 uur per dag onderdak verschaft kan worden, aldus Tarlós. Voor noodgevallen moeten er zogenaamde 'overlevingspunten' komen. Tarlós meldde ook dat er vanuit het Ministerie voor Nationale Bronnen 30 miljoen beschikbaar is voor het 'Onderdoorgangen-programma' en voor het huurprogramma is er 50 miljoen forint vrij. De stad zal de ontbrekende gelden zelf nog moeten opbrengen.
Tarlós gaat er vanuit dat er ongeveer 200 zichtbare daklozen in Boedapest zijn, waarvan 120 in de onderdoorgangen leven. In de hele stad, in parken, bossen en op bouwterreinen leven er volgens schattingen zesduizend mensen zonder een dak boven het hoofd. Bekende onderdoorgangen zijn die bij Blaha Lujza, Ferenciek tere, Batthány tér, Örs vezer tér en andere grote metrostations. Ook op de meeste treinstations slapen daklozen. Nu moeten verschillende organisaties en instanties, waaronder het Sociaal Methodisch Centrum Boedapest, bedrijven en overheden een gezamenlijke aanpak voor het probleem opzetten. De organisatie 'Budapesti Módszertani Szociális Központ' gaat in tegenstelling tot de uitspraak van Tarlós uit van 'slechts' 3000 daklozen in de stad, waarvan vele ziek of oud zijn. Momenteel zitten de instituten waar daklozen worden opvangen overvol. Miklós Vecsei van de Maltezer Orde van Hulpverleners verwees ernaar dat in de winter landelijk gezien tussen de 300 en 400 mensen overlijden, in Boedapest lag dat cijfer vorig jaar tegen de 200 personen. Niet iedereen daarvan was dakloos, ook ouderen en armen overleden ten gevolgde van het winterweer.
Noot redactie: In de nacht van 15 op 16 november wordt op metrostation Ferenciek tere met een chemisch schoonmaakmiddel de muur precies boven de slapende daklozen schoongemaakt. Andere muren worden niet behandeld. De jongen die het werk uitvoert draagt een soort van Arbo veiligheids-gasmasker en omslachtig met een klein keukentrapje schuivend om iets hoger de muur schoon te kunnen maken, maakt hij de daklozen wakker. Hij sprayt de muren vol met het schoonmaakmiddel over de slapende daklozen heen en doet net of er graffiti verwijderd moet worden. Die graffiti is daar helemaal niet eens aanwezig. De muren zijn al schoon. Een deel van de daklozen wordt wakker, een ander deel probeert door te slapen. Is dit de voorbode van het 'Onderdoorgangen-programma'?