Waarom furmint drinken?

Dinsdag 8 februari 2011 - Een van de belangrijkste wijndruiven in Hongarije is de furmint. Deze druif is weliswaar bekend geworden als de belangrijkste component in de zoete Tokaji Aszú, maar furmint is meer. Er worden ook prachtige droge varianten van deze wijn gemaakt: geconcentreerd, elegant, lichtvoetig of vol.

Zoals Spencer Schwarz in The Wall Street Journal in 2009 al schreef: "De furmint beschikt over de kracht en textuur van de chardonnay, over het fruit van de chenin blanc, over de zuren en mineraliteit van de pinot grigio en de riesling. Bij een lage opbrengst kan de druif bijzondere wijnen voortbrengen in allerlei stijlen, van droog tot zoet." Dit is al reden genoeg om de druif in de maand februari hier extra voor het voetlicht te brengen.

Volgens Dániel Kézdy, de hoofdredacteur van Vinoport.hu, is de furmint op dit moment de Hongaarse druif die de mooiste wijnen voortbrengt en dus de meeste aandacht verdient. "De furmint zou Hongarije ook het beste op de internationale wijnmarkt kunnen vertegenwoordigen, maar voordat we ons op de internationale markt oriёnteren, moeten we eerst hier in Hongarije voor een brede aanhang zorgen."

Gezien het niveau van de huidige furmintwijnen, is er wat ons betreft geen discussie mogelijk: de furmint is een druif met potentie. Meer en meer hoor je wijnmakers ook zeggen dat de droge furmint het in zich heeft om Hongarije op de internationale wijnkaart te zetten.

Oorsprong

De furmintdruif komt al sinds de dertiende eeuw in Hongarije voor. Waarschijnlijk komt hij uit de Balkan, maar er zijn ook deskundigen die denken dat de furmint oorspronkelijk uit Noord-Frankrijk afkomstig is. Vaststaat dat de druif buiten Hongarije zelf enkel nog in de omringende landen voorkomt, al kennen we hem daar als sipon, moslavac en pošip. In totaal heeft de furmintdruif 120 verschillende namen. Vanwege zijn lange geschiedenis hier in het land wordt de furmint beschouwd als een Hongaarse, inheemse druif.

Waar te vinden

In Hongarije wordt de furmint op 4000 hectare verbouwd. Het is de derde belangrijkste druif in Hongarije die kwaliteitswijnen voortbrengt. In Tokaj is hij goed voor 60% van de druiventeelt. Dat Somló de tweede furmintregio in het land is, is niet toevallig. De druif past zich makkelijk aan aan zijn omgeving. Het is één van de druiven die het beste de kwaliteiten van de omgeving verzamelt in zijn fruit. Zo vind je in Tokaj en Somló de vulkanische, dus mineralige bodemsamenstelling terug in de geur- en smaakkenmerken van de wijn.

Smaakkenmerken

Een mooie furmint is hoogalcoholisch, wat het gevolg is van het feit dat de druif laat rijpt. Hij heeft aardig wat zuren die mondvullend zijn, en een flinke body. Aan deze factoren is het ook te danken dat de wijn lang houdbaar is. Een droge furmint heeft de geur- en smaakkenmerken van citrusvruchten, abrikoos, perzik, mineralen, vuursteen sinaasappelschil, nootmuskaat en kruidnagel. In een zoete furmint ruik en proef je mineralen, peer, abrikoos, honing, acaciabloem, walnoten, kastanje, chocolade en tabak. De furmint uit Tokaj is zachter dan die uit Somló.

Verschillende furmintstijlen

Tokaj

Tokaj ligt in het noordoosten van Hongarije. De bodem bestaat hier uit vulkanisch gesteente, dichte klei, vaak moeilijk te bewerken steengrond. Hier en daar heeft de grond ook nog een laag löss. De rivieren Bodrog en Tisza zorgen voor een ideaal microklimaat. In oktober is er veel mist, de zomers zijn warm en vochtig. De droge wijnen uit Tokaj hebben hoge zuren en karakteristieke geuren. Ze zijn geschikt voor jarenlange opleg. In Tokaj komt het voor dat de wijnen per perceel een totaal ander karakter hebben, omdat de bodem in dit gebied zo gevarieerd is.

Somló

Somló ligt ten westen van de Donau, ten noorden van het Balatonmeer. Het wijngebied is piepklein, ongeveer 830 ha groot, en het bestaat uit een basaltheuvel die als een grote bult uit het landschap oprijst. De bodem in Somló bestaat uit basalt-tufsteen die rijk is aan mineralen zoals kalium en magnesium. Het klimaat is er landelijk, en het waait er vaak. De zomers zijn hier wat koeler dan elders.

De wijnen die uit Somló komen zijn zeer mineralig, rijk aan zuren en extracten, hebben een zoutachtige toets en het alcoholgehalte is vrij hoog. Als er één wijn is waarin je het bodem van het gebied terugproeft, is dat de wijn uit Somló. Door het basalt hebben de wijnen een bijzonder aroma- en smaakpalet. In hun jeugd proef je vooral vuursteen, na een aantal jaren komen er animale geuren (zoals leer en stal) vrij. De wijnen ontwikkelen zich langzaam en ze ouderen ook langzaam. Over het algemeen worden ze op hout gerijpt. Over het algemeen zijn de wijnen die hiervandaan komen pas na 2 jaar op dronk. Ze moeten warmer gedronken worden dan andere witte wijnen en vooral belucht worden.

..